Nooit ziek is ook niet gezond

Nooit ziek is ook niet gezond

door Niklaus Brantschen S.J.

door Niklaus Brantschen S.J.

We wensen het elkaar vaak toe: “Goede gezondheid!” – alsof alles daarvan afhangt. Schreef Ignatius van Loyola daar ook niet over in zijn Geestelijke Oefeningen? Pater Brantschen denkt er het zijne over.

Mijn medebroeder Hugo Enomiya Lassalle vertelde mij eens dat een collega-jezuïet te pas en te onpas gewoon was te zeggen: “Hauptsache gesund”, oftewel “Als je maar gezond bent”. Lassalle placht dan te antwoorden: “Daarvoor ben ik niet in de orde ingetreden.”

“Hauptsache gesund” – deze twee woorden komen ons als vanzelfsprekend over de lippen. Geen reden om daar verder over na te denken. Gezondheid is een kostbaar goed, letterlijk. De daarmee gepaard gaande kosten stijgen en de discussie hoe ze ingedamd kunnen worden houdt niet op. Gezondheid is zoiets als een gouden kalf waar we omheen dansen en waar we, sociaal en privé, veel voor overhebben. “Als je maar gezond bent!” – klopt dat? Staat bij nader inzien deze uitdrukking niet vijandig tegenover het leven en is de achterliggende houding niet ongezond? Ik durf in ieder geval beweren: “Nooit ziek is ook niet gezond.”

“Het doet pijn, het leeft!” riep kort geleden mijn tandarts geestdriftig, nadat hij mijn tand aftastend had onderzocht en ik mijn gezicht van pijn vertrok. Pijn en ziekte horen bij het leven. Juister, zij zijn tekens van leven. Begonnen bij de kinderziektes, via pijnlijke crises naar het volwassen worden, tot aan de ouderdomskwalen. Niet gezondheid en het vrij zijn van pijn zijn het hoogste goed maar wel een zinvol, vervuld leven. Ignatius van Loyola, de stichter van de orde van de jezuïeten, zegt het zo: om zijn levensdoel te bereiken en dus gelukkig te worden is het noodzakelijk zich tegenover alle dingen rustig en gelijkmoedig op te stellen en gezondheid niet meer te verlangen dan ziekte, een lang leven niet meer dan een kort leven… Ignatius besefte goed dat dit zonder oefening niet lukt. En daarom schreef hij de Geestelijke Oefeningen. In de school van Ignatius (en voor mij ook in de beoefening van zen) leer ik hoe langer hoe meer dat om gelukkig te zijn niet alle wensen vervuld hoeven te zijn, dat ik gelukkig kan zijn ook wanneer ik iets ergs meemaak, zoals het verlies van een geliefde of bij ziekte.

Voor mij ligt de brief van een vrouw die een zware psychische ziekte heeft doorgemaakt. Zij schrijft: “Door de ziekte ben ik een ander mens geworden, toleranter, rustiger en meer tevreden. Ik zou niet meer willen zijn zoals voor de ziekte.” Met andere woorden: ziekte kan een zegen zijn.

Gezondheid is weliswaar niet het hoogste maar toch een hoog goed. Daarom raad ik aan: doe wat aan je gezondheid en tegen de ziekmakende stress. Voor mij zijn regelmatige ontspanningstijden het probate middel. Regelmatig zet ik “vrij(heid)”in mijn agenda. Op het juiste ogenblik wat ontspanningstijd inlassen doet wonderen – tenminste als de stilte dan voldoende ruimte krijgt.

Verstandige artsen schrijven opgejaagde mensen rust voor. Daarbij nemen ze de raad van Sören Kierkegaard ter harte: “Als ik arts zou zijn en men zou mij vragen: wat raad je mij aan? – Ik zou antwoorden: neem wat stilte.” Rust heelt. In rust wordt het zelfhelend vermogen geactiveerd. Als wij zorgzaam met onszelf omgaan, kunnen we ook zonder arts tot het inzicht komen dat rust gezondheid bevordert en stress ziek maakt.

Dus: Neem geen pil, wees liever stil!

bron: Jesuiten, 2023/1

vertaling: Jos Bakkers

De auteur is jezuïet en zenmeester.
Hij was de stichter en jarenlang de leider van het Lassalle-Haus bij Zug (Zwitserland).
Talrijke boeken over spiritualiteit en ethiek staan op zijn naam.

 

Bekijk alle cardoner articles

Deel