Lachen als tegengif tegen dogmatisme

Lachen als tegengif tegen dogmatisme

door Nikolaas Sintobin S.J.

door Nikolaas Sintobin S.J.

Er gaat niets boven humor als weg om de ignatiaanse spiritualiteit te ontdekken. Een paar jaar gelden kwam een boekje uit over de spiritualiteit van Ignatius en de humor: “Jezuïetengrappen”. De auteur werd erover geinterviewd door het Franse Dagblad La Croix.  

 Nikolaas Sintobin (N.S.): Zoals elke spiritualiteit biedt de ignatiaanse spiritualiteit een leessleutel voor het christelijk leven: hoe kan je vandaag het evangelie concreet beleven? Een heel ernstige zaak. Het gaat immers over de verhouding tussen de mens met zichzelf en met God, in de meest brede zin. Het geestelijk leven raakt dus aan de intimiteit van de menselijke ervaring. Zowel aan de aangename ervaringen als aan de pijnlijke. Het heeft te maken met de vreugde van de ontmoeting met God. Maar ook met de geestelijke strijd, de kwetsuren, de frustraties en andere vragen die te maken hebben met de menselijke ziel en haar heil. Dit verklaart waarschijnlijk waarom geestelijke boeken vaak een hoog “ernstgehalte” hebben.

Op zich is dit geen probleem, ware het niet dat er een addertje schuilt onder deze ernst: de menselijke neiging om de persoonlijke ervaring van het heil te verabsoluteren, deze uitsluitend te laten plaatsvinden via gebaande paden aan de hand van gesloten concepten om toch maar niet te verdwalen. Het is angst die verklaart waarom we vaak de neiging hebben om definitieve antwoorden te geven op zinvragen die per definitie evolueren. Op zich helemaal niet vreemd.

Hier komt de bevrijdende en creatieve kracht van humor om de hoek kijken. Humor laat de relativiteit zien van elke menselijke uitdrukking van de absolute waarheid. Zodoende opent de humor een ruimte waar plaats is voor vrijheid en voor het stellen van vragen. Een ruimte die verhindert dat je je opsluit in de bijzonderheid van de specifieke ervaring en die uitnodigt om je ervan bewust te worden dat het leven waartoe God ons uitnodigt steeds ruimer en groter is dan het precieze antwoord dat we geven op die uitnodiging. Op deze wijze beschermt de humor ons tegen de verleiding van dogmatisme, van psycho-spirituele stijfheid en zelfs van fundamentalisme. Met andere woorden: geestelijke humor is een permanente uitnodiging tot nederigheid. God laat zich niet opsluiten in onze menselijke categorieën.

Een augustijn, een franciscaan en een jezuïet
sterven en gaan naar de hemel.

Jezus vraagt aan elk van de drie:
Mocht je terug kunnen keren,
wat zou je dan anders aanpakken in je leven?

De augustijn denkt even na en zegt:
Er is zoveel zonde in de wereld: 
mocht ik terugkeren, dan zou ik proberen
om de mensen te doen ophouden met zondigen.
Ook de franciscaan denkt na en zegt:
Er is zoveel armoede in de wereld,
 ik zou ik de mensen ervan willen overtuigen
hun welvaart te delen met de armen.
De jezuïet kijkt naar Jezus en antwoordt meteen:
Mocht ik terugkeren, ik zou een andere huisarts nemen.

 

La Croix: Hoe was de humor van de heilige Ignatius?

N.S.: Je kan niet meteen zeggen dat het meest gangbare beeld dat we hebben van de heilige Ignatius er een is van een humorist. Integendeel, hij wordt gewoonlijk afgeschilderd als iemand die voluntaristisch en ascetisch was. Voor een deel terecht. Maar voor een ander deel ten onrechte, meen ik. Zo is het, bijvoorbeeld, interessant te zien hoe Luis Gonçalves da Câmara S.J., een van zijn naaste medewerkers, hem beschrijft: “… een Spanaard, klein van gestalte, met een stijf been en pretoogjes.” In zijn autobiografie Het verhaal van de pelgrim vertelt Ignatius met evenveel zelfspot als nederigheid meerdere knotsgekke en lachwekkende situaties waarin hij zich ooit bevond.

La Croix: Bestaat er een typische jezuïetische humor?

N.S.: In katholieke kringen bestaat er een rijke traditie van grappen over religieuzen. Nu eens staan de franciscanen in het middelpunt, dan weer de dominicanen. In andere grappen worden de jezuïeten op de korrel genomen. Ik meen dat er, wat de jezuïeten betreft, een aspect is van onze spiritualiteit en van onze wijze van handelen dat in het bijzonder uitnodigt tot humor. Het gaat over de tendens om tegengestelden samen te brengen. Zo heb je, bijvoorbeeld, de gelofte van gehoorzaamheid. In de jezuïtische cultuur van religieus leven is die erg belangrijk. Tegelijkertijd vraagt Ignatius met aandrang dat de individuele jezuïeten zoveel zelfstandigheid en vrijheid als mogelijk zouden krijgen. Of nog, de stichter van de jezuïeten droeg persoonlijke armoede hoog in het vaandel. Maar hij deinsde er tegelijkertijd niet voor terug om de nodige middelen in te zetten, met inbegrip van de financiële, om een zo groot mogelijke apostolische efficiëntie mogelijk te maken.

Het is niet altijd makkelijk om om te gaan met de spanning tussen die tegengestelden. Het vraagt de bereidheid om voortdurend compromissen te sluiten. In de geschiedenis van de Sociëteit van Jezus heeft het voortdurend onderscheiden hieromtrent veel apostolische vruchten met zich gebracht. Het heeft ook aanleiding gegeven tot handelswijzen die niet altijd even zuiver op de graat waren. De humor en zelfspot maken het mogelijk om zichzelf steeds weer opnieuw hierover te bevragen en om te vermijden dat je je vastrijdt in zekerheden en onbevraagbare gewoontes.

Een jezuïet komt aan in Rome.
Hij wil naar de Sint-Pietersbasiliek
en vraagt de weg aan een dominicaan.

Pater, zegt de dominicaan,
ik vrees dat u het nooit zult vinden.
Het is gewoon rechtdoor.

La Croix: Hoe kan humor deel uitmaken van geestelijke begeleiding?

N.S.: Ik denk inderdaad dat humor een rol kan spelen in geestelijke begeleiding. Maar dan moeten we wel helder hebben wat we verstaan onder humor. Meer in het bijzonder meen ik dat het essentieel is dat de kritiek, de bevraging of de suggestie die schuil gaan achter de humoristische opmerking in de eerste plaats ingegeven zijn door liefde en eerbied voor de betrokken persoon. Het is enkel liefde die toelaat om iemand ten gronde te kennen. Liefde opent en schept vertrouwen. Het is die onderliggende liefde die het confronterende aspect van de humor aanvaardbaar maakt voor de betrokkene. In het bijzonder als het gaat over het forum internum, waar de geestelijke begeleiding zich vaak situeert. Zo laat humor toe om op een bijna ludieke manier een andere blik te werpen, ruimte te creëren of een impasse te doorbreken, zonder beroep te moeten doen op de subtiele en langdurige diplomatie die nodig is als je alles precies wil gaan verwoorden. Humor, anders gezegd, kan toelaten toe om te dedramatiseren en zuurstof te bieden als kwetswaarheid en broosheid naar boven komen, wat wel vaker het geval is in de geestelijke begeleiding. Humor kan levengevend zijn.

Dit is het grote verschil met spot, ironie of cynisme. Deze kunnen ertoe leiden dat mensen zich gaan opsluiten in zichzelf. Ze dreigen het vertrouwen op te blazen.

Een jezuïet en een franciscaan
zaten samen aan tafel.
Als dessert was er taart.
Er waren twee stukken,
het een flink wat groter dan het ander.

De jezuïet bediende zich als eerste
en nam het grootste stuk.
De franciscaan protesteerde:
De heilige Franciscus leerde ons
dat we altijd het kleinste stukje moeten nemen.
De jezuïet repliceerde:
Wel, dat is toch net wat je gekregen hebt!

La Croix: Als u kijkt naar de jongere generaties, hoe gaan zij om met humor, als je weet dat de karikatuur en de spot soms overheersen?

N.S.: Zelf denk ik niet dat karikatuur en spot typisch zijn voor jongeren. Ik meen dat je ze terugvindt bij alle generaties. Wat meer in het bijzonder de gelovigen betreft, denk ik dat je ze eerder gaat aantreffen bij mensen van een zekere leeftijd die soms vastgelopen zijn in hun zekerheden en die zichzelf niet meer kunnen of willen in vraag stellen.

La Croix: Moet je humor ernstig nemen? En zo ja, dient dit voor de katholieke Kerk een bijzonder aandachtspunt te zijn?

N.S.: In onze multiculturele en multireligieuze wereld is humor bijzonder belangrijk geworden. Onze cultuur staat in groeiende mate argwanend ten aanzien van uitspraken of handelingen met een absolute of definitieve aanspraak. Doorheen humor kan je zelf je woorden en daden relativeren zonder afbreuk te doen aan het feit dat ze ook iets kunnen uitdrukken van een ervaring van het absolute.

De secularisatie is erg sterk in onze westerse samenlevingen. Zij bevraagt de plaats die het christelijk geloof traditioneel in deze culturen heeft ingenomen. Deze evolutie vraagt van de christenen voortdurende inspanningen om hun eigenheid te vinden in dat maatschappelijke landschap dat voortdurend in beweging is. Ik denk dat dit verklaart waarom een deel van de christenen ertoe neigt zijn toevlucht te nemen tot zekerheden en gewoontes die ze op geen enkele wijze willen (laten) bevragen. De wijze waarop paus Franciscus hiermee omgaat is bevrijdend. Zijn vermogen tot zelfspot en humor is een voortdurende uitnodiging om het tegenovergestelde te doen: de kwetsbare en contingente aard van heel wat van onze gebruiken aanvaarden, zonder evenwel te vervallen in relativisme. Zo ontstaat ruimte voor dialoog en creativiteit. Dit vergemakkelijkt de voortdurende inspanningen voor inculturatie die van ons, postmoderne christenen, verwacht worden.

Een franciscaan en een jezuïet
waren goede vrienden.
Beiden waren rokers en vonden het moeilijk
om langere tijd te bidden zonder te roken.
Ze besloten dan ook hun overste
toestemming te vragen
om te roken tijdens het bidden.

Toen ze mekaar terug zagen
was de franciscaan terneergeslagen.
Ik heb aan mijn overste gevraagd
of ik mocht roken
terwijl ik bad en zijn antwoord was “neen”.

De jezuïet moest lachen.
Ik heb gevraagd
of ik mocht bidden terwijl ik rookte.
En hij antwoordde “natuurlijk”.

vertaling: Nikolaas Sintobin S.J.

 

Pater Nikolaas Sintobin (*1962) trad in 1989 in bij de jezuïeten na als jurist te hebben gewerkt. Hij werkt als internetpastor vanuit het Amsterdamse Platform voor ignatiaanse spiritualiteit van de jezuïeten in de Lage Landen. Van hieruit maakt hij de ignatiaanse spiritualiteit toegankelijk voor een groot publiek via: www.inalledingen.org, www.biddenonderweg.org en www.verderkijken.org.

Dit artikel was oorspronkelijk een interview in de Franse krant La Croix van 30 december 2016.  De “jezuïeten grappen” komen uit het gelijknamige boekje van Nikolaas Sintobin (Averbode, 2013).

 

 

 

Bekijk alle artikelen van Cardorner

Deel