Het gewone leven als geestelijk huis

Het gewone leven als geestelijk huis

De Geestelijke Oefeningen in het dagelijks leven De vernieuwing van de ignatiaanse spiritualiteit dankt veel aan pater Maurice Giuliani (1916-2003), een Franse jezuïet. Zijn naam is verbonden met de Geestelijke Oefeningen in het dagelijks leven. In 1977 stond hij aan de wieg van een vereniging die later zijn naam kreeg. Deze vereniging brengt leken, religieuzen en priesters bijeen die zich inzetten voor de verspreiding van de geestelijke erfenis van pater Giuliani.  Zij hebben bijzondere aandacht voor de “Geestelijke Oefeningen in het dagelijks leven”.

De Geestelijke Oefeningen in het dagelijks leven

De vernieuwing van de ignatiaanse spiritualiteit dankt veel aan pater Maurice Giuliani (1916-2003), een Franse jezuïet. Zijn naam is verbonden met de Geestelijke Oefeningen in het dagelijks leven. In 1977 stond hij aan de wieg van een vereniging die later zijn naam kreeg. Deze vereniging brengt leken, religieuzen en priesters bijeen die zich inzetten voor de verspreiding van de geestelijke erfenis van pater Giuliani.  Zij hebben bijzondere aandacht voor de “Geestelijke Oefeningen in het dagelijks leven”.

Maurice Giuliani wilde onderzoeken of het mogelijk was de dynamiek van de Geestelijke Oefeningen te beleven buiten het formele kader van de dertigdaagse retraite en de oefeningen te doen in de loop van het gewone leven. In dit artikel willen wij zijn werk in het voetlicht brengen en laten zien hoe vruchtbaar zijn intuïtie is geweest. Hij heeft aan de wieg gestaan van de “Geestelijke Oefeningen in het dagelijks leven”. Dat was zeker al vóór 1977, toen de statuten van de Association Maurice Giuliani officieel werden gepresenteerd. Het is misschien zelfs wel mogelijk het allereerste begin ervan aan te geven, nog vóórdat het tijdschrift Christus werd opgericht (1954, red.); namelijk toen pater Giuliani naar Spanje ging om Spaans te leren. Hij wilde naar de Spaanse grondteksten, naar de bron terugkeren om Ignatius’ allereerste inspiratie en zijn manier van denken te ontdekken. In plaats van een duik in een bron werd het een duik in een oceaan!

Een lang rijpingsproces

Maurice Giuliani was een geboren pedagoog die door vakgenoten ook als zodanig werd erkend. Maar de pedagogie die hij ontwikkelde, was ook de vrucht van een lang rijpingsproces in hem aan de hand van de geschriften van Ignatius. Al in 1958 toen hij zich richtte tot de Curie – het betrof toen de gesloten Geestelijke Oefeningen –, had hij er de nadruk op gelegd hoeveel onbegrip er zelfs in de tijd van Ignatius bestond over de methode van de Oefeningen. Er lag toen, zei hij, een oorspronkelijke en strakke methode op tafel die als een geheel passief moest worden gevolgd. Wij komen hier op terug wanneer de “Oefeningen in het gewone leven” ter sprake komen.

De pedagogie van Giuliani vindt zijn oorsprong ook in zijn lange ervaring als begeleider en liep bovendien parallel met de nieuwe verwachtingen van de jaren na het Concilie. Zo schreef hij in het veertigste bulletin van de vereniging, ter gelegenheid van haar twintigjarig jubileum:

Wij wilden een deel van onze energie besteden aan het geven van de Geestelijke Oefeningen op een nieuwe manier, of in ieder geval nieuw in Frankrijk. We wilden daarbij niet werken volgens een methode die we van tevoren min of meer abstract hadden uitgewerkt, maar gingen in op het verlangen dat mannen en vrouwen spontaan met ons gedeeld hadden om de Oefeningen te doen zonder het dagelijkse leven achter te laten en toch de hele ignatiaanse pedagogie te volgen. Ik herinner me hoe verbaasd ik was toen ik, na mijn terugkomst in Frankrijk na mijn jaren in Rome in dit avontuur terecht kwam. Iemand was in contact gekomen met de dynamiek van de Geestelijke Oefeningen, daarna overkwam dat een ander en toen volgden er meer. Ze wilden niet de methode van een retraitehuis volgen en zonder in het begin alle consequenties ervan in te zien, was ik bereid hen te “begeleiden” waarbij ik de “manier van doen” van vader Ignatius volgde. Indien ik besloot af te wijken van de methode die men in die tijd noodzakelijk vond, dan was dat niet omdat ik een bepaalde theorie wilde volgen. Ik wilde trouw blijven aan een ervaring die zich als vanzelf had voorgedaan en duidelijk vruchten had afgeworpen – precies de vruchten die ik vroeger geleerd had te ontdekken in de loop van zogenaamde “klassieke” retraites.

Juist in diezelfde tijd begon in Canada een soortgelijk experiment dat echter een meer psychologisch accent kreeg. Pater Giuliani ging erheen, op uitnodiging van pater Gilles Cusson, om te praten over het experiment waarmee hij in Frankrijk begonnen was.

De intuïtie aan de basis

De intuïtie van Maurice Giuliani is nog altijd de bron en ligt aan de basis van het werk van de vereniging die naar hem genoemd is. Vanaf het begin was het zijn bedoeling dit dienstwerk van de begeleiding van de “Geestelijke Oefeningen in het dagelijks leven” bij voorkeur te laten doen door opgeleide leken als toepassing van hun roeping als gedoopten.

Datgene waar Ignatius de voorkeur aan gaf en wat pater Giuliani goed aanvoelde toen hij terugging naar de bronnen, was de individuele begeleiding; de begeleider heeft dan de mogelijkheid zich aan te passen aan het unieke ritme van de retraitant. Op een gegeven moment had Ignatius in Rome vier retraitanten zonder er zelfs maar aan te denken ze bij elkaar te brengen. Hij sprak hen elke week en liep de hele stad door om hen, de een na de ander, te bezoeken. En zonder daar een verplichting van te maken, voelde pater Giuliani aan hoe nuttig het was om die ontmoetingen van de retraitant en de begeleider elke acht of tien dagen plaats te laten vinden. Op die manier kon de geestelijke ervaring van de retraitant pas echt betekenis krijgen.

Een andere van zijn belangrijkste ingevingen was dat de weg van Oefeningen in zijn geheel en zonder onderbreking in het dagelijkse leven kan worden afgelegd, zonder de duur ervan vooraf te bepalen. Het leven moet niet gezien worden als een hinderlijke onderbreking, maar juist als het landschap waarbinnen de retraitant zijn geestelijke weg volgt. Zijn eigen dagelijks leven wordt dan werkelijk de wereld van de Oefeningen. Hier komen we terug op deze methode om “de ziel voor te bereiden en klaar te maken om zijn Schepper en Heer te ontmoeten”. Dat is precies wat aan de basis ligt van de ervaring van de Oefeningen, niet alleen tijdens de Oefeningen zelf, maar nog meer als een stem die blijft klinken en zich verfijnt in het dagelijkse leven, ook nadat de retraite is afgelopen. Zo blijft iemand zich voorbereiden op de komst van het Koninkrijk van God. Voor Ignatius, zei Maurice Giuliani, ligt de nadruk altijd op wat onvoltooid is, op datgene wat er nog niet is en op wat daarom nog gedaan moet worden.

Zoals Maurice Giuliani al vele jaren eerder het belang van de “Oefeningen” in de pedagogie van Ignatius van Loyola had onderstreept, zo had hij nu de ingeving dat elk moment van het dagelijkse leven beleefd kan worden als een volwaardige geestelijke oefening. Voor hem had Pierre Favre, de eerste metgezel van Ignatius, in zijn Memoriale al geschreven dat iemand die door de Heilige Geest God zoekt in de bezigheden van elke dag, hem vervolgens gemakkelijker vindt in het gebed, dan wanneer hij hem eerst in het gebed probeert te vinden pas daarna in het actieve leven; zoals dat vaak gebeurt. En die pedagogie van de zogeheten “kleine oefeningen” vertaalt zich gemakkelijk naar het dagelijkse leven. Hoe dan? Hoe worden die “kleine oefeningen” beleefd?

De scheppende kracht van het nu

In antwoord op een innerlijke stem tijdens zijn zoektocht naar God, kiest de betreffende persoon een moment, net zoals bij elke gebedsoefening – daar blijft Maurice Giuliani vanzelfsprekend trouw aan –, om zich voor te bereiden en aan de Heer de genade te vragen met hem en door hem te mogen leven. Vervolgens zet hij al zijn vermogens in om de weg van het gebed te gaan, overweegt de eigen ervaringen en kijkt na enige tijd in geloof terug op hoe zijn leven is verlopen.

Concreet betekent dit voor de retraitant dat hij een korte periode kiest in zijn leven: een ontmoeting, een telefoongesprek, een activiteit, boodschappen doen, een kind helpen bij het huiswerk, de voorbereiding van een begeleidingsgesprek en uiteraard zijn gebed. Dan bereidt hij dat gebed voor door het aan God aan te bieden en om genade te vragen. Zo bereidt hij zich voor om de genade te ontvangen. In de loop hiervan – van deze oefening – gaat hij op weg en zet hij zich actief in. Dan neemt hij een moment om met de ogen van het geloof terug te kijken hoe hij dit moment beleefd heeft. Dat wil zeggen dat hij nu in geloof de bewegingen peilt die door hem zijn heengegaan, en wat zij betekenen voor zijn relatie met God en zijn weg van bekering, zodat hij er de vruchten van kan plukken. Dit is een leerschool van het dagelijks leven, van de werkelijkheid die in Christus is doorleefd. Deze uitgelezen momenten, die wij “kleine oefeningen” noemen, maken het mogelijk dat het nu al zijn scheppende kracht terugkrijgt.

Wij geven twee voorbeelden van zulke oefeningen: een van een man en een van een vrouw – gelijkberechtiging verplicht! Alle voorbeelden die wij geven, zijn werkelijk beleefd.

Ik heb een vergadering met consultants uitgekozen: ik had gehoord dat het buitengewoon ingewikkeld zou worden en ik was erg ongerust. Ik vroeg de Heer mij te helpen echt te luisteren en werkelijk aanwezig te zijn. Ik had besloten de informele momenten voor het begin van de bijeenkomst uit te kiezen, om daar een tijd met de Heer van te maken en om echt te luisteren naar de anderen. Ik voelde diepe vrede ondanks alle giftige opmerkingen die van alle kanten op mij afkwamen en die waarschuwden over de moeilijkheid van de situatie. Ik was me daar terdege van bewust, zonder dat ik me erdoor uit mijn evenwicht liet brengen. Wat mij energie gaf was dat ik er was voor de cliënten, open voor de situatie en niets anders. Ik had niet, zoals zo vaak, een bijzondere deskundigheid aan te bieden. Ik was niet gespannen over mijn plan van aanpak, over wat ik wilde bereiken of over wat het beste zou zijn. Doordat ik er bewust voor gekozen had in Gods tegenwoordigheid te zijn, was ik in staat volkomen aanwezig te zijn, zowel voor de Heer als voor de anderen.

Een tweede getuigenis:

Vanmorgen voelde ik me in vorm, ik voelde me gelukkig, de dag begon goed. Ik had mijn gebed gedaan en aan de Heer de genade gevraagd dat zijn Koninkrijk mocht komen in mijn gewone leven, in mijn gedrag en in mijn woorden en dat ik in zijn licht mocht leven. Later in de ochtend begon ik door te krijgen dat ik in huis en met mijn administratie nog veel te doen had voordat ik op vakantie zou gaan. Ik ben gauw naar de gemeente gegaan om nog een papier voor de schoolmaaltijden van de kinderen af te geven dat ik voor de vakantie moest inleveren en toen voelde ik dat de spanning me teveel werd. Ik voelde een enorme vermoeidheid over me heen komen; ik voelde me slap worden en uit mijn balans raken. Op dat ogenblik werd ik me ervan bewust dat ik alles in de hand wilde houden. Ik heb toen die hele toestand aan de Heer aangeboden en hem om hulp gevraagd om op een andere manier te gaan leven. Ik heb hem gedankt dat ik me hiervan bewust was geworden en me gerealiseerd dat ik vaak verviel in deze manier van doen.

Zoals we al gezegd hebben, was de intuïtie van Maurice Giuliani dat het leven zelf werkelijk de voedingsbodem is van de Geestelijke Oefeningen in het gewone leven. Deze wijze om in Christus in een nieuwe relatie tot het leven te gaan staan, maakt het geleidelijk aan mogelijk het leven persoonlijk beter aan te kunnen, ook wat je daarin verrast of overvalt. Dit zal leiden tot innerlijke bewegingen en het is belangrijk deze met Christus te ontvangen in plaats van te zeggen: “Dit is niet goed” of “Dit moet nu eenmaal”. Leren om met Christus deze speciale momenten te beleven, evenals de onverwachte gebeurtenissen, is nu juist de leerschool van het volle leven “door Hem en met Hem en in Hem” en leidt tot nieuwe zelfkennis. Bij een gebeurtenis maakt een eerste beweging onze menselijke natuur duidelijk, maar daarna kan er een tweede, nu bewustere beweging ontstaan in verbondenheid met Christus. Deze eerste beweging moet je bewust herkennen en ontvangen, want anders verval je misschien in voluntarisme of waanbeelden; de tweede beweging is je antwoord aan God die werkt in jou.

We vierden de 21e verjaardag van onze zoon. In mijn gebed bood ik de dag aan de Heer aan en vroeg hem dat ik daarbij gewoon een van de aanwezigen zou mogen zijn. Dat is totaal anders dan mijn normale manier van doen, want ik wil altijd op de voorgrond staan. En dan merk ik dat ik me daardoor niets tekort doe, me niets ontzeg; ik geniet er juist des te meer van. Vroeger was ik uit op mijn eigen glorie en niet die van God, met alle onrust die dat met zich meebrengt.

Gods tijd en die van de retraitant

“Op die manier leert iemand alles wat er gebeurt te beleven als een geestelijke oefening”, zei Nicole de Nouaillan altijd. Van tevoren valt niet te zeggen hoe lang de “Geestelijke Oefeningen in het gewone leven” zullen duren. We weten wanneer we beginnen, maar niet wanneer we eindigen. Ze duren zolang als dat nodig is voor de retraitant; ze volgen zijn ritme. De duur van de Oefeningen houdt rekening met het rijpingsproces in de retraitant zelf; de vruchten worden geplukt wanneer ze rijp zijn.

De duur staat niet van tevoren vast

Het is aan de retraitant te bepalen welke speelruimte nodig is voor de overwegingen, de herhalingen, de kleine oefeningen, dus om de vier weken te doen in zijn eigen ritme. Die kunnen enkele maanden in beslag nemen, een heel of anderhalf jaar. Dat hangt van elke persoon zelf af.

De duur van het experiment geeft aan de retraitant ook de ruimte zich te oefenen in het vinden van de juiste omstandigheden om te bidden en de oefeningen aan te passen aan zijn gezinsleven en aan zijn werk. Van alles in zijn leven komt onder druk te staan, niet alleen in zijn gebedsleven in overeenstemming met wat het woord van God vraagt, maar ook in zijn hele persoonlijke leven wanneer hij zijn persoonlijk fundament ontdekt. De tijd van de Oefeningen geeft de ruimte aan alle bewegingen die in gang worden gezet door zijn dagelijkse leven, door zijn affectieve, psychische en intellectuele leven. De retraitant laat zijn keuzes rijpen, beoordeelt de invloed ervan op zijn gedrag, ziet erop toe of hij die zich werkelijk eigen heeft gemaakt. Het woord van God klinkt te midden van deze massa echo’s, een net van zekerheden komt bovendrijven en wordt een beslissing. Hij oefent zich in een reeks van keuzes die hem via verschillende pogingen en inschattingen leiden tot een zich moeiteloos gewonnen geven aan het werk van God in hem en zijn antwoord hierop. Maurice Giuliani voelde feilloos die wisselwerking aan tussen het gebed en de werkelijkheid van alledag. Het is indrukwekkend te zien hoe de retraitanten dit ontdekken. Gebed en dagelijks leven “vloeien in elkaar over”, zei een van hen, en “In de loop van de dag moet ik weer denken aan een woord uit de tekst waarmee ik gebeden had en die me echt raakt, terwijl ik, tijdens mijn gebed zelf, met heel iets anders bezig was.”

Een ander vertelt: “Ik zie dat het leven geen hel is, zoals ik vroeger dacht en beleefde. Ik voel nu dat ik geroepen ben een andere dimensie binnen te gaan, met een ander perspectief. Wanneer ik met Christus samenleef, word ik een ander mens. Hij wil dat ik de ander liefheb. Dat was vroeger anders; toen wilde ik de ander met geweld veroveren en beheersen.”

Afstand nemen van zichzelf

Wat indruk maakt is dat de gereserveerde tijd het mogelijk maakt dat de innerlijke stilte en afstand beetje voor beetje hun plaats krijgen, zonder dat de retraitant zich terugtrekt uit het gewone leven met alles wat dat met zich meebrengt. “Ik heb de indruk dat mijn zwaartepunt van mijn hoofd naar mijn hart is verplaatst. Onverwachts ben ik zwijgzamer geworden, minder werelds. Mijn vrouw was eraan gewend geraakt dat ik klets, maar tegenwoordig zijn rust en reflectie levensbehoeften voor mij.”

Een ander voorbeeld: “Een genade die ik krijg, is dat ik me minder op sleeptouw laat nemen door fantasiebeelden, minder stress heb, me minder ongerust maak. Ik leef bewuster en bemoei me minder met anderen. Dat is het gevolg van een groter Godsvertrouwen. Bepaalde beelden op TV storen me en ik merk dat ik geen zin meer heb in erotische geweldsfilms en zap verder.”

Op die manier wordt het hier-en-nu steeds vaker een aanleiding om een houding van onverschilligheid te stimuleren en uit te zuiveren. Vanaf de eerste weken van de retraite groeit in de retraitant, door het gebed en de onderscheiding, een houding van afstand ten opzichte van zichzelf en van al die dingen die het leven constant bepalen. Wat voor hem een aanleiding was om meteen te willen hebben of er zelfzuchtig van te willen genieten, wordt er langzamerhand een om iets voor een ander te doen of te geven. Hij leert zijn hele bestaan als een geschenk te ontvangen en als een verwijzing te zien naar een Ander. Het is het opbloeien van een kracht die hem ertoe beweegt lief te hebben op een nieuwe manier, die veel zuiverder is. Eigenlijk zei Maurice Giuliani dat onverschilligheid op zichzelf al een daad van liefde is.

Een getuigenis hiervan: “Zondag had ik het gevoel dat de vraag van mijn vrouw om croissants te gaan halen een vraag vol liefde was en ik heb eraan voldaan als aan een verzoek van Christus. En dus ging ik zonder aarzelen naar de bakker.”

Gedurende de retraite verandert die nieuwe verhouding tot het leven het gedrag van de retraitant en langzamerhand legt hij een verband tussen zijn geloofsleven en zijn leven van alledag, tussen zijn gebed en zijn alledaagse bezigheden, tussen het bidden en de praktijk van het leven, dat elk moment een beroep op hem doet. Diezelfde persoon getuigt daarvan:

“Een andere zondagmorgen kwam ik thuis van de bakker en ging ik naar mijn kamer om te bidden. Ik beleefde momenten van stille en diepe liefde. Iedereen was nog in slaap en ik voelde me gelukkig bij hen te zijn, te waken over hun rust en het deed me goed te weten dat ze sliepen. Vroeger was dat anders: dan zou ik nerveus zijn geweest, geluid hebben gemaakt. Dit was voor mij een ontdekking van de liefde.”

Een nieuw begin

Zoals al eerder gezegd: de ruimhartigheid die nodig is om met vrucht de Geestelijke Oefeningen te kunnen doen “met een groot en edelmoedig hart” wordt in de “Oefeningen in het dagelijkse leven” onder andere zichtbaar in duidelijke beslissingen om in het leven concrete kaders aan te geven die aan de ervaringen de kans bieden zich te blijven ontwikkelen. De keuze om tijd te maken voor het gebed, de keuze voor het wekelijkse gesprek met de begeleider, de keuze voor de dagelijkse terugblik op de dag, voor het maken van aantekeningen… En daarna zal die ruimhartigheid zich nog concreet en op de lange duur bewijzen door trouw te blijven aan al die eisen die vooraf gesteld waren; om ze gedurende de hele af te leggen weg van de Oefeningen te volbrengen, zonder vooraf een deadline te bepalen.

Zijn woorden wegend, zei Maurice Giuliani:

Alles wat we hebben besproken over de samenhang met het leven en over de duur van de retraite doet misschien beter begrijpen dat de onderscheiding plaats kan hebben met een scherpte die, zonder de nadrukkelijke intensiteit te bereiken van de onderscheiding in een gesloten retraite, meer elementen van de waarheid bijeen brengt, en een pad traceert dat een vooruitgang betekent in een geloof dat los staat van de menselijke ondersteuning waar het eerst mee vermengd was.

Een retraitant getuigt: “Ik had mezelf het image van de tough guy aangemeten, maar er is iets bij me in beweging gekomen. Het gaat nog altijd over mij, maar… anders.”

Een pedagogie ten dienste van de ervaring

Maurice Giuliani had in zijn pedagogie voor de begeleider vragen ontwikkeld met een “hoe” in plaats van met een “waarom”. Een “waarom” brengt verantwoording met zich mee; een “hoe” vraagt naar de beleving. Bijvoorbeeld: Hoe bent u tot die keuze of tot die beslissing gekomen? Hoe is dat gegaan? Hoe en op welk moment is dat begonnen? Hoe heb je dat beleefd? Wat heb je daarmee gedaan? Hoe gaat dat in de praktijk?… Al deze vragen stimuleren de innerlijke en geestelijke ervaring.

Een voorbeeld uit een waargebeurd gesprek van een begeleider met degene die door hem wordt begeleid: “Hoe bent u begonnen?” – Stilte, en vervolgens: “Nu u het zegt, uw vraag maakt dat ik me er rekenschap van begin te geven dat ik iets niet heb uitgediept.”

Maurice Giuliani legde steeds de nadruk op de herhaling in het gebed en hij paste dat ook toe op het leven zelf.

Een vervolg op het getuigenis van de man deelnam aan de vergadering met de consultants: ”Ik herhaal deze oefening tijdens de vergaderingen en ik bemerk dat ik steeds beter ga luisteren, me steeds eenvoudiger uitdruk en me meer openstel voor een dialoog met de deelnemers, die nu spontaan persoonlijk met me willen spreken.”

Trouw aan de pedagogie van de Oefeningen legde Maurice Giuliani ook de nadruk op het vragen om de genade. Hij legde er de nadruk op dat het nodig was die vraag vanaf de eerste bijeenkomst te stellen. Hij stond er ook op dat de begeleider aandacht gaf aan de ontwikkeling van die vraag om de genade, omdat de ontwikkeling daarvan veel zegt over hoe de weg wordt afgelegd.

Het voorbeeld van een hoogbejaarde persoon tijdens een begeleidingsgesprek in het kader van de Geestelijke Oefeningen in het dagelijks leven:

Aanvankelijk was zij gewend om genade te vragen met betrekking tot heel concrete verzoeken over haar dochter. Vervolgens vroeg zij aan de Heer om haar te helpen in haar moeilijke verhouding met die dochter; daarna om een open hart om met deze relatie om te gaan; en toen zij hevige twijfels en angsten kreeg, vroeg zij om vertrouwen en vooral om haar handen te leren openen en zich los te maken. Omdat zij steeds meer vermoeid raakte, vroeg zij aan God om trouw in haar gebed, ondanks haar vermoeidheid; tenslotte vroeg zij hem het “kleine beetje” aan te kunnen bieden.

Maurice Giuliani, die ook mensen begeleidde in het dagelijkse leven en volgens diezelfde pedagogie, was ervan overtuigd dat de Oefeningen die op die manier gedaan werden en de gewone geestelijke begeleiding die op diezelfde manier werd gegeven, beantwoordden aan de behoefte en aan de verwachting van de hedendaagse wereld. Alle voorbeelden die hier werden gegeven illustreren dit. Dit is een ander voorbeeld, genomen uit de vele verzoeken die wij vandaag de dag via onze site binnenkrijgen: ”Ik ben een vrouw van 40 jaar, getrouwd en moeder van drie kinderen. Ik verlang er nu naar mijn christelijke roeping met overtuiging te volgen… Ik ben op zoek naar een begeleider die mij kan helpen de werking van God in mijn dagelijkse leven te onderscheiden en mij te helpen zijn Geest daarin te volgen.”

Bij wijze van afsluiting

Om het geheel van zijn ideeën en zijn pedagogie door te geven en om begeleiders te kunnen vormen, heeft hij de vereniging opgericht die nu zijn naam draagt. Deze wordt nu geleid door een groep van leken, met hulp van een psychotherapeute voor de eerste fases van de vorming. Twee paters jezuïeten ondersteunen haar werk – een bewijs van haar nauwe banden met de Sociëteit van Jezus.

Wat dan nog te zeggen van de laatste dertig jaren van zijn leven, waarin hij de initiatiefnemer is geworden van de “Geestelijke Oefeningen in het dagelijks leven” en van begeleiding in het gewone leven door leken? Het zijn onvoorstelbaar rijke jaren geweest die werkelijk een opening waren naar de hedendaagse wereld, aan haar uitdagingen en aan de nood in onze samenleving. Daaraan wil deze vereniging zich ook vandaag nog met al haar krachten wijden.

uit: Christus, oktober 2017 (256)

vertaling: Benoît Stoffels S.J.

 Dit artikel werd geschreven door de ‘Pilot Group’ Association Maurice Giuliani. Hun website is http://maurice.giuliani.fr

 

Bekijk alle artikelen van Cardorner

Deel