Ik heb U mogen ontdekken, God,
Ik heb U mogen ontdekken, God,
als “Degene die mij te boven gaat”.
Geef dat, wanneer mijn uur gekomen is,
ik U herkennen mag
in de gedaanten van machten die vreemd en vijandig
uit lijken te zijn op mijn vernietiging.
Wanneer mijn lichaam tekenen van slijtage gaat vertonen
– en meer nog als mijn geest dat doet –,
wanneer de ziekte die mij verzwakken zal of doen bezwijken
me aanvalt of vanbinnen groeit,
wanneer dat pijnlijke moment zal komen waarop ik plotseling weet
dat ik ziek ben of oud,
en vooral op dat laatste ogenblik,
wanneer ik voel dat ik alles los moet laten,
me overgeven in de handen van de onbekende machten
die mij ooit hebben gemaakt,
in al die donkere uren,
geef mij dan te verstaan, mijn God,
– als mijn geloof tenminste groot genoeg is –
dat U het bent
die mijn vezels rauw en pijnlijk blootlegt,
om door te dringen tot het merg, mijn wezen,
om mij te halen en te dragen
– ik in U.
Pierre Teilhard de Chardin S.J.
Le Milieu Divin (1957), blz. 95,
vertaling Jan Stuyt S.J.
Bekijk alle artikelen van Cardorner