door Nicholas Austin S.J.
door Nicholas Austin S.J.
Toen paus Franciscus gevraagd werd: “Wat betekent het voor een jezuïet om tot paus te worden gekozen?”, bestond zijn antwoord uit één woord: “Onderscheiding.” De waarde die de paus toekent aan onderscheiding wordt duidelijk door de vele verwijzingen in zijn toespraken, preken en geschriften. Franciscus hoopt dat de kerk een kerk van onderscheiding wordt.
Wat kunnen we van de paus leren over onderscheiding? Onderscheiden, voor Franciscus, is een sterven gevolgd door een opstaan: het is het loslaten van de eigen plannen, zekerheden, agenda’s en jezelf toestaan geleid te worden naar nieuw leven begeleid door de onvoorspelbare Heilige Geest. Dit essay kijkt niet naar onderscheiding op gemeenschappelijk of pastoraal vlak, maar focust op wat onderscheiden betekent voor elke individuele christen. Ik behandel drie van Franciscus’ inzichten in deze eenvoudige maar transformerende praktijk; drie reflecties zodat we ons gebed meer kunnen afstemmen op het creatieve werk van de Geest in ons gebed en in ons leven.
Onderscheiding als een nieuw perspectief
Toen Franciscus een groep pasgewijde bisschoppen toesprak, kort na zijn verkiezing tot paus, koos hij onderscheiding als thema. Hij zei: “Ik nodig jullie uit om een nieuwe luisterende houding te ontwikkelen, te groeien in de vrijheid om af te zien van jullie eigen mening (wanneer deze eenzijdig en ontoereikend blijkt te zijn) en Gods standpunt over te nemen.”
De paus zegt hier, met ontwapenende eenvoud, iets verbazingwekkends. Hij zegt dat wij ons door middel van onderscheiding kunnen ontdoen van onze vooroordelen en beperkte invalshoeken, en met een nieuw perspectief kunnen kijken: Gods perspectief. We worden uitgenodigd, zegt Franciscus, om “de dingen van God te voelen van binnen in Gods hart.”
Het is hartverwarmend om kinderen te zien die denken dat zij verdwijnen wanneer ze hun ogen sluiten. Rob Marsh S.J. laat zien dat totdat we ongeveer vier jaar oud zijn, we niet volledig begrijpen dat anderen ook een verstand hebben met een perspectief dat anders is dan het onze. Erg jonge kinderen denken dat anderen zien wat zij zien, voelen wat zij voelen. Maar op een gegeven moment groeien kinderen over deze “verstandsblindheid” heen en leren ze dat anderen ook gedachten, gevoelens, en perspectieven hebben die verschillen van die van hen.
Wat zegt dit over hoe wij God ervaren? Marsh stelt uitdagend dat we lijden aan verstandsblindheid wanneer het gaat over God: “We denken dat God eenvoudigweg weet wat wij weten, ziet wat wij zien; en dus vragen we nooit aan God wat Hij eigenlijk ziet, weet, of voelt.” De uitnodiging, volgens Marsh, is dan ook om God te vragen dat Hij ons verlost van onze verstandsblindheid en dat wij erkennen dat God echt aanwezig is in ons gebed, met zijn eigen belevingswereld, gedachten en verlangens. Hoe vaak in mijn gebed vraag ik God wat Hij voelt over wat ik van Hem vraag? Nog belangrijker, hoe vaak blijf ik lang genoeg aanwezig om te luisteren naar Gods antwoord? Gelukkig, bij zeldzame gelegenheden, doorbreekt God onze zelfingenomenheid en slaagt Hij erin – eindelijk! – om ons van onszelf af te leiden.
Een levendige nieuwsgierigheid naar hoe God de dingen ziet, leidt ons naar de basis voor onderscheiding: “Hoe kijkt God naar deze situatie in mijn leven? Wat wil Hij voor mij in deze context? Ik weet het niet maar ik ben nieuwsgierig om erachter te komen.” Zoals de Heilige Schrift zegt: “Richt u op de Heer en zijn macht; zoek voortdurend zijn aanschijn” (1 Kr 16,11).
Franciscus is gefascineerd, niet door zijn eigen perspectief, maar door dat van Christus. Hij spoort ons herhaaldelijk aan om open te staan voor de genadevolle ervaring die een zo transformerende werking heeft gehad op hem: op te merken hoe God de wereld ziet, hoe God ons ziet. In Evangelii Gaudium schrijft hij: “Staande voor Hem met een open hart, zien we, terwijl we toestaan dat Hij naar ons kijkt, de liefdevolle blik die Nathaniël zag op de dag dat Jezus tegen hem zei: ‘Ik zag je onder de vijgenboom zitten’ (Joh 1,48)” (264).
We worden door onderscheiding uitgenodigd om de dingen te voelen en te zien zoals God ze voelt en ziet.
Onderscheiding als een spiritueel zintuig
Hoe stellen we ons open voor Gods perspectief? Voor de moderne mens kan het moeilijk zijn om andere vormen van waarneming te accepteren dan de wetenschappelijke of rationele. Maar volgens de paus is onderscheiding – misschien zoals moreel of esthetisch waarnemen – een manier van weten die verder gaat dan de rationele wetenschap.
Als deel van zijn mysterie van liefde voor de mensheid begiftigt God het geheel van de gelovigen met een instinct van het geloof – de sensus fidei -, die hen helpt te onderscheiden wat werkelijk van God komt. De tegenwoordigheid van de Geest verleent de Christenen een zekere verwantschap met de goddelijke werkelijkheden en een wijsheid die het hun mogelijk maakt deze intuïtief te begrijpen, hoewel zij niet beschikken over de geschikte instrumenten om ze precies tot uitdrukking te brengen. (Evangelii Gaudium, 119)
Franciscus beschrijft onderscheiding hier als wijsheid, instinct, intuïtie. Als gedoopten ervaren we een “verwantschap” – een affiniteit, een resonantie – met het spirituele. We hebben een doorvoelde kennis van wat van God komt en wat daaraan tegengesteld is doordat we voelen wat in harmonie is met het leven van de Geest in ons en wat niet. Onderscheiding kan daarom omschreven worden als een spiritueel zintuig. Groeien in onderscheiding is als het ontwikkelen van een spiritueel “oor” om te luisteren naar de “muziek van de Geest”. Andere zintuigen bieden ook handige metaforen: Onderscheiding is zoals een getrainde “neus” voor de aanwezigheid van God, een scherp “oog” voor Gods vingerafdruk, een verworven “gevoel” voor dat wat komt van de goede geest, een aangeleerd “proeven” voor wat smaakt naar de Heilige Geest.
Zoals met al deze zintuigen, is onderscheiding niet zomaar een deel van ons zintuigelijk vermogen, maar is het een vaardigheid die ontwikkeld kan worden. Ik ben absoluut geen vinoloog: ik geef toe dat ik verschil tussen een goed jaar en een fles bocht niet proef. Ik ken echter professionele wijnkenners die hun smaak en reuk getraind hebben om de verschillen in aroma, afdronk en textuur van wijnen te kunnen onderscheiden. Zo kunnen ook wij, door attent te zijn, ons spiritueel zintuig voor onderscheiding nauwkeurig afstemmen om het verschil te duiden tussen de goede en kwade “geesten” in onze ervaring. Deze gecultiveerde gevoeligheid is waardevol omdat het ons alert maakt voor wat onze voortuitgang dwarsboomt en helpt om ons af te stemmen op de levengevende muziek van de Geest.
Onderscheiding als gave
Wanneer we onderscheiding zien als een eigenschap die wij kunnen verfijnen, worden we misschien verleid deze te zien als een technische vaardigheid die je kunt oefenen, zoals bijvoorbeeld integraalrekening. De traditie biedt ons een aantal aanwijzingen die ons kunnen leiden. Ignatius van Loyola gaf ons een set “regels” die helpen in het onderscheiden tussen de geesten. Hoewel het zeker is dat wij kunnen groeien in de vaardigheid van onderscheiding, helpt het ook om ons te realiseren, zoals de paus, dat onderscheiding niet primair een techniek is. Zelfs Ignatius’ regels zijn geen recept voor automatisch succes, want onderscheiding is bovenal een gave.
Toen Franciscus met de genoemde bisschoppen sprak over onderscheiding drong hij erop aan om steeds te vragen om de gave van onderscheiding. Hij verwees naar het gebed van Salomon die in Gibeon vroeg om te kunnen onderscheiden (1 K 3,5-12). Ook wij moeten steeds “in gebed terugkeren naar Gibeon” en vragen om de gave die Salomon hoger inschatte dan een lang leven en rijkdom.
Onderscheiding moet, zoals elke gave, openhartig ontvangen worden en op een tijdstip gekozen door de gever. Franciscus reflecteert daarom over het belang van geduld bij onderscheiding; geduld dat geen passieve gelatenheid is, maar actief vertrouwen op Gods goede timing. Tegen de pasgewijde bisschoppen zei hij: “Een essentiële voorwaarde voor de voortgang in onderscheiding is om onszelf te onderwijzen in Gods geduld en zijn tijd, welke nooit de onze is. Hij wenst geen vuur over de ongelovigen (cf. Lk 9,53-54), noch staat Hij toe dat zeloten “onkruid uit het veld halen” dat ze daar zien groeien (cf. Mt 13,27-29).”
Onderscheiding, voor Franciscus, betekent niet vooruitlopen op gegeven genade maar leren om Gods initiatief te volgen. Dit wachten op God vereist vaak een daad van radicaal vertrouwen in periodes van onzekerheid en onduidelijkheid. De dichter John Keats noemde dit “negatieve bekwaamheid”, dat wil zeggen, “wanneer een man kan leven in onzekerheden, mysteries, twijfels, zonder de drang om te zoeken naar feiten en redenen”. Dit is een mysterieuze vruchtbare ruimte waarin onderscheiding ontkiemt, groeit en vrucht draagt. Franciscus deelt vrijgevig vanuit zijn eigen ervaring:
Weliswaar kan dit vertrouwen in de onzichtbare [Geest] bij ons een zeker duizelingwekkend gevoel te weeg brengen: het is als een duik in het diepe zonder te weten wat wij zullen tegenkomen. Ik heb het zelf vaak meegemaakt. Er is echter geen grotere vrijheid dan zich te laten dragen door de Geest door ervan af te zien alles tot in de details te berekenen en te controleren, en het hem mogelijk te maken ons te verlichten, te leiden, te voeren waarheen Hij wil.” (Evangelii Gaudium, 280)
Iemand die onderscheidt, reikhalst niet onbezonnen naar een oplossing, maar oefent die “negatieve bekwaamheid” om geduldig op Gods begeleiding te wachten. Het is niet een techniek die onfeilbaar resultaten oplevert, maar een diep persoonlijke, relationele houding van het hart: een vertrouwen, een innerlijke vrijheid, een paraatheid. “Hier ben ik, ik ben gekomen om uw wil te doen” (Heb 10,9).
Loslaten en ons laten leiden door God
Er kan nog veel meer gezegd worden over hoe paus Franciscus kijkt naar wat onderscheiding betekent. Bijvoorbeeld, hij beschrijft onderscheiding als een soort wijsheid in de grijze gebieden van dit leven, het vermogen te kunnen onderscheiden tussen het graan en het onkruid. Hij beschrijft onderscheiding ook als een aanmoediging, een leidraad op een weg, niet van onmiddellijke perfectie, maar van vooruitgang stap voor stap. En hij spreekt over een onderscheidende kerk als een kerk van wederzijds luisteren, waarin iedereen nederig luistert naar de ander zoals men luistert naar de Heilige Geest. Dit is pas het begin van Franciscus’ visie op een onderscheidende kerk.
Ik heb hier de nadruk gelegd op maar drie aspecten van paus Franciscus’ denken over geestelijke onderscheiding, de genadevolle oefening van loslaten en ons laten leiden door God. Voor hem is onderscheiding: een nieuw perspectief, een spiritueel zintuig en een gave. In ons gebed om te groeien in onderscheiding kunnen we God vragen ons te helpen om de dingen te zien zoals Hij ze ziet, ons een gehoor te geven dat kan luisteren naar de muziek van de Geest, ons open te stellen, in genadevolle onzekerheid, voor de aansporingen van de Geest als gave. Franciscus spoort ons allen aan te groeien in deze onschatbare christelijke praktijk: “Iedere christen en iedere gemeenschap moet de weg die de Heer wijst onderscheiden.” De paus van de onderscheiding nodigt ons uit een actieve ontvankelijkheid voor de Geest aan te leren, “Hem toe te staan ons te verlichten, te leiden, te sturen waarheen Hij wil.”
Uit: Thinking Faith, the online journal of the Jesuits in Britain, 9 maart 2018
Vertaling: Mark Logtenberg S.J.
De auteur Nicolas Austin SJ is de Master van Campion Hall, het College van de jezuïeten in Oxford, en doceert moraaltheologie. Hij is de auteur van Aquinas on Virtue: A Causal Reading (Georgetown University Press, 2017). Zijn huidige onderzoeksgebied is de geestelijke onderscheiding zoals ontwikkeld door Ignatius en bekend gemaakt door paus Franciscus. Zijn bevindingen brengt hij in de praktijk in zijn begeleidingswerk. In dit artikel ligt de nadruk op onderscheiding door de individuele christen. In het andere artikel van pater Austin dat tegelijk op de website van Cardoner verschijnt gaat het meer over onderscheiding door de hele kerk.
Bekijk alle artikelen van Cardorner