De moeite waard
De moeite waard
Tot kort voor zijn intrede bij de jezuïeten op zijn zevenentwintigste bad James Martin (*1960) op de lukrake manier van een schooljongen: “God, alstublieft, maak dat ik een voldoende haal voor mijn wiskundeproefwerk!” Op grond van mijn eigen geschiedenis en ervaring als geestelijk begeleider verbaast mij dit niet. Veel volwassenen hebben ideeën over gebed die bevroren lijken te zijn op het niveau van toen ze een kind waren.
Aan de andere kant beschrijft Martin ervaringen uit zijn jeugd waarvan hij nu zegt dat hij Gods aanwezigheid van zeer nabij voelde. Veel mensen bidden zonder dat zij het zich realiseren – “Was dat gebed?” Theologen spreken wel van “religieus analfabetisme” waarbij mensen God ontmoeten, maar hem niet herkennen. Ik denk dat dit ook voor bidden geldt.
De jezuïetenorde bepaalde in 2019 vier Universele Apostolische Speerpunten; de eerste daarvan luidt: “De weg tonen naar God door de Geestelijke Oefeningen en de onderscheiding”. Mijn invulling hiervan is: mensen helpen Jezus te vinden, of hun relatie met hem te verdiepen, in het bijzonder door hen te helpen bij hun gebed. Ik ben daarom erg blij met dit nieuwste boek van James Martin.
In Learning to Pray zet hij eerst een aantal manieren van bidden op een rij. Het al genoemde smeekgebed, maar ook het levensgebed, ignatiaanse contemplatie, lectio divina, bidden met de natuur, met de rozenkrans, … Maar hij gaat ook in op vragen als: Hoe ga je om met afleidingen? Wat is een retraite? Wat bespreek je met een geestelijk begeleider? De inhoud is dus breder dan de titel suggereert. De subtitel, A Guide for Everyone, is wat mij betreft ook een uitnodiging aan begeleiders.
Het viel me op dat Martin vaak en met veel waardering verwijst naar de vorig jaar overleden jezuïet William Barry, coauteur van de klassieker The Practice of Spiritual Direction. Van hem komt ook de werkdefinitie voor gebed in dit boek: een persoonlijke relatie met God, waarbij we wat we weten over intermenselijke relaties kunnen gebruiken om onze relatie met God te begrijpen. Bijvoorbeeld, soms begrijp je een vriend niet, maar dat betekent niet dat je niet meer van hem houdt.
Dat neemt niet weg dat de auteur langer stilstaat bij “Unanswered Prayers” (blz. 160 e.v.). Van de achttien hoofdstukken vond ik “What Happens When You Pray?” (10) – over emoties, verlangens, mystieke ervaringen, … – en “How Do I Know It’s God?” (11) – over het onderscheiden van Gods stem – extra interessant. Ook zijn er mooie uitspraken als: “Gebed is niet een kwestie van informatie, maar of je bereid bent God te vertellen wat je voelt. In andere woorden, het gaat om vertrouwen.” (William Barry, blz. 9).
Martin schreef dit boek duidelijk vanuit zijn eigen ervaring als mens, christen en begeleider. Soms werd ik wat benauwd van de opsommingen zoals: “De zeven d’s in het geestelijke leven” (duisternis, droogte, desolatie, depressie, …). Ook valt mij een neiging tot herhalen op, zowel binnen dit boek als met betrekking tot zijn andere boeken. Maar dat is wellicht onvermijdelijk wanneer je, net als vele anderen, een serieuze follower bent van deze jezuïet, die zich in Learning to Pray een ware ambassadeur van het geestelijke leven betoont. De moeite waard!
Wiggert Molenaar S.J.
James Martin S.J., Learning to Pray: A Guide for Everyone,
Harper, New York, 2021, 573 blz.
Nederlands: Iedereen kan bidden – Een leidraad,
Halewijn, Antwerpen, 2021, 342 blz.