Alles wat blijft verandert: een sterke en onweerlegbare uitspraak. De samenhang tussen blijven en veranderen is de basis van alles wat ons dierbaar is, zegt de auteur in het voorwoord. Blijven en veranderen ervaart hij als twee helften van eenzelfde geheel. Zo kijkt hij ook naar zijn verhouding met God: Zijn veranderlijkheid is heilig. Met dit uitgangspunt loop je wel als mens het risico niet langer dezelfde te blijven. Maar, zo zegt hij: “Omdat ik blijf veranderen blijf ik”. Deze universele waarheid is fundamenteel voor onszelf, ons leven, ons denken, onze relaties en ook onze Kerk. Ze is dat zelfs voor het mooie boek dat hij ons aanreikt. Het in gesprek gaan ermee en het onderling bespreken ervan zal onvermijdelijk verandering aanbrengen aan de inhoud, maar evenzeer zal het diegene die het leest en het verwerkt in zijn persoonlijk leven veranderen.
Alles wat blijft verandert: een sterke en onweerlegbare uitspraak.
De samenhang tussen blijven en veranderen is de basis van alles wat ons dierbaar is, zegt de auteur in het voorwoord. Blijven en veranderen ervaart hij als twee helften van eenzelfde geheel. Zo kijkt hij ook naar zijn verhouding met God: Zijn veranderlijkheid is heilig. Met dit uitgangspunt loop je wel als mens het risico niet langer dezelfde te blijven. Maar, zo zegt hij: “Omdat ik blijf veranderen blijf ik”. Deze universele waarheid is fundamenteel voor onszelf, ons leven, ons denken, onze relaties en ook onze Kerk. Ze is dat zelfs voor het mooie boek dat hij ons aanreikt. Het in gesprek gaan ermee en het onderling bespreken ervan zal onvermijdelijk verandering aanbrengen aan de inhoud, maar evenzeer zal het diegene die het leest en het verwerkt in zijn persoonlijk leven veranderen.
Wie is dan deze auteur? Erik Galle is priester en psychotherapeut. Hij schreef reeds verschillende boeken waarin bezinning en gebed op elkaar aansluiten, zoals in Neem niets mee voor onderweg; of waarin hij enkel gebeden aanreikt, zoals in Ik ben een pelgrim die de stilte als bestemming heeft; of nog waarin bezinning duidelijk de bovenhand heeft, zoals in De voorafplek (een griezelig woord als titel maar een absolute must als lectuur. Lees bij voorbeeld wat hij over de stilte schrijft, pp. 29-36). Behalve dit laatste zijn al deze boeken ook rijkelijk versierd met eigen suggestieve creaties.
Het eigene van het hier gepresenteerde werk is dat ook de bezinningsteksten in gebedsvorm staan geschreven. Aldus richt de auteur zich doorheen heel het boek tot God. Een vijftigtal thema’s, met telkens een stuk proza en een stuk in verzen, worden opgesmukt met kunstwerken van de auteur zelf. Het gesprek tussen woord en beeld zorgt ervoor dat beide er anders gaan uitzien en dus veranderen – ook al beweegt er niets op papier.
De wijze waarop men zich tot God richt is dan wel eigen aan het boek, om niet te zeggen aan de auteur, maar kan lezers inspireren om zelf op een persoonlijke manier in dialoog te gaan met God. Inderdaad, de taal van de auteur is echt wel mensentaal. Het is een taal die tot de rand durft gaan, die vragen stelt en beelden schept die onze gewone voorstellingen ondersteboven gooien en die onvermoede horizonten opent. Die taal met zijn kortsluitingen doet in ons binnenste vonken overslaan en doet ons dynamisch reageren. Bevragend en inspirerend genoeg om er hier of daar iets uit te plukken voor een bezinningsmoment, wel wetend dat het werk als geheel geen bepaalde lijn volgt.
Enkele korte uittreksels zullen dit beter laten aanvoelen en “krachtiger zijn dan welk woord ook”, zoals het in het laatste fragment wordt geformuleerd. Wellicht kunnen ze als smaakmakers dienen.
“Met U, God, valt niet te spreken.
U spreekt een taal van puur verlangen
en daar zijn woorden veel te klein voor.” (p. 22)
“De echte strijd is mijn keuze om U als licht al dan niet toe te laten.
U maakt alles zichtbaar in mij, ook wat ik liever niet zie.” (p. 94)
“Ik besef dat ik het ben die wegloop van mijn bestemming.
Verwijdering is het lot dat ik mezelf aandoe.” (p.58)
“De vraag die U me stelt in het gelaat van een ander
is veel krachtiger dan welk woord ook.
(…)
Ik haal mijn schouders op,
alsof onverschilligheid een vorm van antwoord zou zijn.” (p.60).
Erik Galle. Alles wat blijft, verandert
– Een kunstzinnig overleg met God ,
Halewijn, 2022, 112 blz.
Bekijk alle artikelen van Cardorner