Door Philip Debruyne sj
“Hij bidt voor de Kerk en de Orde.” Dat is de laatste opdracht die de provinciaal van de jezuïeten aan een hoogbejaarde of zwaarzieke medebroeder geeft; en zo staat het ook in de “catalogus” waarin alle jezuïeten met hun bezigheden opgesomd staan.
“Hij bidt voor de Kerk en de Orde.” Dat is de laatste opdracht die de provinciaal van de jezuïeten aan een hoogbejaarde of zwaarzieke medebroeder geeft; en zo staat het ook in de “catalogus” waarin alle jezuïeten met hun bezigheden opgesomd staan.
Door Hermann Kügler sj
Twee- of driemaal per jaar deelt de provinciaal aan iedereen zijn gebedsintentie mee: voor vrede in oorlogsgebieden, voor mensen in moeilijke omstandigheden, voor roepingen voor het noviciaat. Op deze manier ondersteunen de oude jezuïeten met hun gebed diegenen die actief op deze terreinen werkzaam zijn.
Verandert het gebed op gevorderde leeftijd? “Als kind heb ik gebeden met van buiten geleerde gebeden” vertelt mij iemand. “Als jeugdige heb ik me met al mijn gevoelens tot God gewend, onverschillig of ik verschrikkelijk verliefd of verschrikkelijk boos was. Als jonge volwassene heb ik het mediteren over het leven van Jezus leren waarderen. Nu op rijpe leeftijd wordt mijn bidden steeds eenvoudiger en ik hoef niet meer veel woorden te gebruiken”.
Een ander vertelt: “Ik heb pas nu zo goed ontdekt dat er in de Geestelijke Oefeningen na de tweede nog een derde en vierde week komen”. Daarmee zegt hij in het jargon van de jezuïeten hoe Ignatius zich het proces van de Oefeningen idealiter voorstelt: in navolging van Jezus wil ik na de verzoening met mijn verleden mijn relatie met God verdiepen (eerste fase van de Oefeningen) en vervolgens mede-arbeider van Christus worden en met Hem en aan zijn zijde er voor de mensen zijn (tweede fase).
Daarbij blijven mij – net als Jezus – radeloosheid en mislukking niet bespaard. Ik hoop en bid deze uitdagingen aan te kunnen en in het licht van de Verrijzenis te kunnen leven (derde en vierde fase). Wat dit voor hem betekent, drukte een oude, wijze pater zo uit: “Nu ik voor de deur van de eeuwigheid sta, bid ik tot God dat Hij zelf zich aan mij bekend maakt en dat ik voorbereid ben om eens bij Hem te zijn”.
De ervaring laat zien dat niet alle oude jezuïeten tot een zodanige geestelijke houding geraken. Voor hen – net zoals voor mensen die spiritueel op zoek zijn en zich daarin oefenen – blijft er vaak niet veel meer over dan de persoonlijke levenssituatie op gevorderde leeftijd uit te houden en te proberen deze met God in verbinding te brengen. En op de weg van het zoeken naar God heet het steilste stuk: eenzaamheid.
Hermann Kügler sj (°1972) is pastoraalpsycholoog. Sinds de zomer van 2020 is hij gedelegeerde van de provinciaal voor de oudere jezuïeten in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland.
Bron: oorspronkelijk verschenen in Jesuiten, 2023-1
Vertaling: Jos Bakkers
Nederlandse publicatie: Cardoner 2025-2