Jezuïet Pieter-Paul Lembrechts geeft geestelijke begeleiding in de Oude Abdij van Drongen en hij begeleidt vluchtelingen zonder papieren, die worden opgesloten. Zijn er overeenkomsten in het geven van geestelijke begeleiding aan deze verschillende groepen?
Jezuïet Pieter-Paul Lembrechts geeft geestelijke begeleiding in de Oude Abdij van Drongen en hij begeleidt vluchtelingen zonder papieren, die worden opgesloten. Zijn er overeenkomsten in het geven van geestelijke begeleiding aan deze verschillende groepen?
“Begeleiden” is een moeilijk woord. Het is meer “zijn-met” dan “doen-voor”. Het is meegaan langs dezelfde weg, de anderen vergezellen, hun gezel worden. Het is voelen wat zij voelen, lijden wat zij lijden, hun hoop en verwachtingen delen, de wereld zien met hun ogen. Begeleiden is op de eerste plaats aanwezigheid. Vaak is dat ook het enige wat we kunnen bieden, vooral in een centrum als dit waar de meeste gedetineerden geen enkel vooruitzicht hebben op een goede afloop.
Een hyperkinetische jongeman uit Algerije overhandigt mij zijn dossier: een bundel beduimelde papieren, die helemaal door mekaar zitten, hier en daar ontbreekt een blad. Uit de ambtelijke taal rijst een leven op dat zich grotendeels op straat, in het drugsmilieu en in gevangenissen heeft afgespeeld. Wat kan ik voor hem doen? De man heeft geen schijn van kans om aan een verblijfsvergunning te komen. Op juridisch vlak is hier niets te bereiken. Ik kan alleen begeleiden – maar hoe leg je dat uit?
De mensen begrijpen vaak niet wat wij komen doen: “Als u niet kunt helpen, waarom komt u ons dan bezoeken?” Begeleiden kan een steen des aanstoots worden. De gedetineerden verlangen niet begeleid te worden; zij verlangen dingen van ons die wij niet kunnen geven. Maar dat is precies de uitdaging: begeleiden zonder dat je iets anders te geven hebt dan jezelf.
Er bestaat een grote overeenkomst tussen begeleiding in een detentiecentrum en de begeleiding van de Geestelijke Oefeningen (GO) van Ignatius. Net zoals iemand die de Geestelijke Oefeningen doet, wordt iemand die in een detentiecentrum wordt vastgehouden, door verschillende geesten bewogen. Het onderscheiden van die geesten is een van de voornaamste taken van een begeleider, ook in een context van detentie.
De opsluiting kan in sommige gevallen tot een jaar of nog langer duren. Deze afzondering brengt bij de gedetineerde heftige innerlijke bewegingen teweeg. De mislukking van zijn migratieplannen doet hem nadenken over het doel van zijn leven. Hij wordt voor verschillende keuzemogelijkheden geplaatst, die allemaal hun voor en tegen hebben. Ignatius beklemtoont dat de begeleider deze keuzes niet mag beïnvloeden. Hij mag geen druk uitoefenen in de ene of andere richting, maar moet “als de wijzer van een weegschaal in het midden blijven”.
Als begeleider heb ik de taak de ander te helpen klaar te zien in wat in hem omgaat, zodat hij de juiste beslissing neemt, maar ik moet niets willen in zijn plaats. Als iemand bijvoorbeeld geen asiel wil aanvragen, ook al denk ik dat dat beter zou zijn, moet ik zijn beslissing respecteren. Ik kan hem helpen te onderscheiden, maar de keuze komt hem alleen toe.
Het uitgebreide artikel van Pieter-Paul Lembrechts is verschenen in Cardoner, het tijdschrift voor ignatiaanse spiritualiteit, in het derde nummer van 2022. Dit artikel is hier in z’n geheel online te lezen.
Interesse om het tijdschrift Cardoner thuis te ontvangen? Je krijgt het tijdschrift al drie keer per jaar voor 15 euro.
U ontvangt dan de drie nummers van de lopende jaargang, en bent abonnee totdat u het tijdschrift opzegt.
Afbeelding: door chuddlesworth via flickr.
Bekijk alle nieuwsberichten