Zusters van Saint-André: ouder dan de jezuïeten, springlevend ignatiaans

Zusters van Saint-André: ouder dan de jezuïeten, springlevend ignatiaans 5

Foto's: saint-andre.be

Niet alleen de jezuïeten beroepen zich op de spiritualiteit van Ignatius. Dan doen bijvoorbeeld ook de zusters van Saint-André. De doorlopende tekst belicht hun geschiedenis; de inspringende tekst hun actuele uitdagingen

Niet alleen de jezuïeten beroepen zich op de spiritualiteit van Ignatius. Dan doen bijvoorbeeld ook de zusters van Saint-André. De doorlopende tekst belicht hun geschiedenis; de inspringende tekst hun actuele uitdagingen

Door zr. Anne Peyremorte R.S.A en medezusters

Tijdens een ontmoeting van religieuze congregaties die zich beroepen op de ignatiaanse spiritualiteit kon een jonge jezuïet zijn verwondering moeilijk verbergen. 

Elke congregatie presenteerde immers haar ontstaansgeschiedenis en de zusters van Saint-André waren zo vermetel om te stellen dat ze ouder waren dan de jezuïeten. “Wie zijn toch die zusters die durven te beweren dat ze gesticht zijn lang voor de geboorte van de heilige Ignatius!” 

Een reis doorheen de tijd

Om dit te begrijpen moeten we onze voortdurende aanpassing aan de wederwaardigheden van het leven vertellen. We nemen je graag mee in de tijd. 

Je zal ontdekken op welke manier wij vandaag Christus proberen na te volgen en hoe onze congregatie zich mettertijd de ignatiaanse spiritualiteit heeft eigen gemaakt. Het verleden voedt ons en het heden vormt ons. Stap voor stap werpt onze geschiedenis een licht op ons huidig bestaan en onze huidige missie.

Voorafgaand aan de heilige Ignatius, een onthaal buiten de muren

Onze geschiedenis begint rond 1231 aan de rechteroever van de Schelde ter hoogte van de vestingmuren van de stad Doornik (België). Twee vrouwen – zo gaat het verhaal – besluiten om hun bezit ten dienste te stellen van de armen. 

Ze openen een klein opvanghuis dat de naam krijgt van de naburige parochie: “Saint Nicolas du Bruille”. Weldra zijn ze met z’n zessen en ze leven volgens de regel van Sint Augustinus. Geen markante persoonlijkheid noch enige heilige onder hen: we kennen niet eens de namen van onze stichters. 

Zusters van Saint-André: ouder dan de jezuïeten, springlevend ignatiaans

Eenvoudige dienstbaarheid

Het opvanghuis getuigt van het geloof en van de eenvoudige dienstbaarheid vanwege deze enkele vrouwen. Ze willen als de nacht valt en de poorten van de stad gesloten worden een beschutting bieden aan pelgrims en aan rondtrekkende kooplui. 

In 1249 verleent Innocentius IV pauselijke bescherming aan de zusters. In de geest van de Middeleeuwen heeft hun dienst een tweevoudige betekenis. Enerzijds materieel: aan de gasten voedsel en een veilig onderkomen bieden. Anderzijds spiritueel: de arme onthalen en hem of haar ten dienste staan als ware hij of zij Christus zelf. 

Onbekende wegen gaan

Is dit onthaal “buiten de muren” ook geen appel voor ons vandaag? Het impliceert inderdaad de durf om onbekende wegen te gaan en onze comfortzone te verlaten; in grote eenvoud aanwezig zijn voorbij de vestingmuren van onze cultuur, onze maatschappij en onze Kerk. Dit alles kenmerkt onze roeping vandaag.

In Congo, Brazilië, Europa en Korea blijft dit onthaal voor de meest kwetsbaren heel actueel. Het uit zich in verschillende vormen. 

In Brussel bijvoorbeeld engageert een van onze zusters zich in de Ark (l’Arche), een andere zuster in Poverello. Ze begeleidt er een kleine gemeenschap van jongeren in hun gemeenschapsleven, hun dagelijks gebed en hun dienst aan mannen en vrouwen die op straat leven. 

Anderen zetten zich in voor migranten, in samenwerking met JRS (Jesuit Refugee Service) of via een meer gepersonaliseerde begeleiding. Een andere zuster ondersteunt christelijke LGBTQ+ koppels, voorbij de opgetrokken muren van onze katholieke Kerk.

Zusters van Saint-André: ouder dan de jezuïeten, springlevend ignatiaans 1

Zorg dragen voor zieken en armen

Op het einde van de 13e eeuw wordt het opvanghuis een hospitaal. De stad heeft zich uitgebreid waardoor het huis zich voortaan binnen de stadsmuren van Doornik bevindt. 

Een eeuw van grote pelgrimstochten en verre reizen is plots omgeslagen in een tijd van hongersnood en epidemies. De ziektes treffen eerst de armen. Zij vinden in het huis een gratis onderkomen. Het hospitaal leeft van publieke giften. 

De bisschop van Kamerijk beperkt het aantal zusters tot zes “opdat ze niet het brood der armen zouden eten”. Die numerus clausus zou van kracht blijven tot het jaar 1611. 

Het hospitaal krijgt een naam

In de 15e eeuw krijgt het hospitaal de naam van Saint-André. Dit waarschijnlijk om het te onderscheiden van het Saint-Nicolas hospitaal dat zich eveneens in Doornik bevindt. Onder de impuls van priorin Marie de Corbehen wordt de regel van Augustinus opnieuw geëvalueerd. Hij wordt in het Frans vertaald en aangepast aan een leven in gemeenschap. Het hospitaal is in volle expansie.

De 16e eeuw wordt een tijd van grote beproeving. De stad wordt belegerd en bezet door de troepen van Hendrik VIII, koning van Engeland. Een paar jaar later wordt de communiteit getroffen door de pest. 

Inmiddels beginnen de Lage Landen zelf centra voor maatschappelijk welzijn op te richten. Twee grote nieuwe ziekenhuizen openen in Doornik hun deuren. Het ziekenhuis van Saint-André concentreert zich op het opvangen van de meest kwetsbare patiënten en van bedlegerige bejaarden. 

Het onthaal van patiënten voor lang verblijf laat de zusters toe om een meer geregeld leven te leiden. Een meerderheid van hen verlangt een meer contemplatief leven, geheel gewijd aan het gebed. 

Een eerste contact met de jezuïeten?

In 1554 ontstaat op een steenworp van ons hospitaal een eerste jezuïetencommuniteit, nog tijdens het leven van Ignatius dus. De eerste gezellen zijn Quentin Charlat en Bernard Olivier. Was er een contact tussen deze communiteit en ons ziekenhuis met zes zusters? 

We weten het niet. In de archieven lezen we dat één van onze zusters, Gentienne de la Chapelle, in 1560 haar plechtige geloften aflegt. Haar broer Maximilien was reeds voordien in de Sociëteit van Jezus ingetreden. Zien we hier een vroeg teken van toenadering?

Klein en kwetsbaar

Slechts zes zusters gedurende vier lange eeuwen! Ons kleine aantal kent wel erg diepe wortels. De complexiteit van onze wereld en de enorme missie in de naam van het Evangelie zijn duizelingwekkend. We zijn immers klein in aantal en kwetsbaar. Laten we naar het Bijbelvers van Sint-Lucas luisteren: “Heb geen vrees, kleine kudde”. (Lc 12,32).  Geloof en vertrouwen leiden ons dag aan dag.

Zorg dragen

Dit “zorg dragen” is ook vandaag nog helemaal van toepassing. Niet langer via eigen hospitalen, maar door open en gevoelig te zijn voor de velen die vandaag getroffen worden door ziektes. 

We zijn actief in het ziekenhuispastoraal, om te beginnen in de zorg voor onze eigen oude zusters. Zorg dragen voor de aarde interpelleert ons: hoe kunnen we kritischer onze keuzes overdenken en ruimte scheppen voor een integrale ecologie? 

Naar de jongeren luisteren, in het bijzonder naar al diegenen die op zoek zijn naar zingeving: is dat niet ook onderdeel van zorg dragen, van “care’?

Zusters van Saint-André: ouder dan de jezuïeten, springlevend ignatiaans 2

Monialen… en reeds ignatiaans!

Het verlangen naar een monastiek leven – daarin aangemoedigd door de decreten van het Concilie van Trente (1545-1563) – bezorgt Saint-André een nieuw elan. Het hospitaal Saint-André wordt op 16 september 1611 omgevormd tot het slotklooster Saint-André. 

Zuster Jacqueline Cousin is priorin en ze zet zich helemaal in voor de grondige transformatie van de kleine communiteit. Ze blijft evenwel trouw aan de roeping van ziekenverpleegster en wil zich niet laten “opsluiten”. Daarom blijft ze zelf een aantal zieken begeleiden in een naburig hospitaal terwijl het klooster een nieuw leven en ritme vindt. 

Clausuur

In het klooster wordt een strikte clausuur ingesteld. De bedrijvigheid van de ziekenboeg maakt plaats voor de stilte in de verwarmde leefruimte en de kapel. De communiteit krijgt nu de toelating om zich uit te breiden. Op een paar jaar tijd gaat het van 3 naar 26 zusters. 

Het leven is gestreng, er is boetedoening en ruimte voor langdurig gebed, maar altijd in wederzijdse genegenheid en liefde die zo centraal staan in de regel van Sint-Augustinus. 

Een nieuwe regel

Om deze regel aan te passen aan de nieuwe monastieke oriëntatie doet men een beroep op een jezuïet, pater Antoine Civoré. Hij is dan socius van de novicemeester en een diepe spirituele persoonlijkheid. Hij behoudt de gemeenschapsgeest van de Augustijnse regel en schrijft nieuwe constituties voor de communiteit. 

Voortaan zullen de zusters de Geestelijke Oefeningen doen en zich laten doordringen van deze nieuwe ignatiaanse spiritualiteit.

In de 18e eeuw besluiten de zusters om – met behoud van de clausuur en hun monastieke levenswijze – andere bewoners in het kloosters toe te laten. Steeds meer jonge meisjes krijgen binnen het klooster basisonderwijs. 

Zoals zo vaak in die tijd beginnen monialen zich te wijden aan onderwijstaken. Intussen groeit de communiteit. Bij het uitbreken van de Franse Revolutie zijn ze met dertig en verstrekken ze onderwijs aan een honderdtal inwonende meisjes.

Zusters van Saint-André: ouder dan de jezuïeten, springlevend ignatiaans 3

Persoonlijk en gezamenlijk gebed

Vandaag kennen we heel wat vormen van engagement om onze wereld broederlijker en zusterlijker te maken. Steeds worden onze apostolische activiteiten gevoed door persoonlijk en gezamenlijk gebed. 

Onze monastieke traditie heeft ons immers doordrongen van een smaak voor een leven in gemeenschap en voor een gebedsleven dat aan onze dagen orde en ritme geeft. De grootte van de gemeenschap en de verschillende individuele engagementen zijn daarbij medebepalend.  

Daar in het klooster is onze motovatie om onderwijs te geven, zowel aan jongeren als volwassenen, ontstaan en ze heeft ons sindsdien nooit meer verlaten, ook al zal de vorm ervan sterk evolueren in de tijd. Bijdragen aan menselijke en spirituele ontwikkeling op alle continenten blijft ook vandaag actueel. 

Missionair

In Brazilië en Congo hebben we nog steeds onderwijsinstellingen: de opvoeding van kinderen en jongeren blijft er essentieel om er de maatschappij vooruit te helpen. Dat uit zich ook in engagementen buiten onze eigen instellingen. Zo is een van onze zusters bijvoorbeeld directrice van een kleuterschool van de jezuïeten in Kinshasa. 

In Europa (Engeland en België) hebben we onze onderwijsinstellingen overgedragen aan leken. Toch zijn sommige zusters nog betrokken bij het schoolpastoraal, zoals bijvoorbeeld in Lyon. 

Volgens ieders charisma en specifieke opleiding neemt ons onderwijs andere vormen aan: een cursus filosofie aan kinderen in de Bourgogne of het opzetten van een nieuwe alfabetiseringsmethode in Kinshasa en nadien in Brussel.

De Franse Revolutie

In het begin heeft de Franse Revolutie onze zusters gespaard, maar in 1796 wordt onze communiteit verdreven. Al ons bezit wordt geconfisqueerd. Onze gebouwen worden aan de staat verkocht. De zusters worden uiteengejaagd. Velen keren terug naar hun families, anderen verdwijnen zonder een spoor achter te laten. Sommigen stichten een schooltje in een naburig dorp. 

Een paar zusters evenwel doorstaat de storm en bedenkt een heel nieuwe vorm van gemeenschapsleven. Séraphine Hauvarlet, de priorin, verzamelt rond zich een handvol zusters die naar verluidt gedurende vijf jaar een naaiatelier runnen in de Rue des Tanneurs in Doornik, niet ver van het oude klooster. 

Zusters van Saint-André: ouder dan de jezuïeten, springlevend ignatiaans 4

Opnieuw gemeenschapsleven

Als de situatie met de machtsovername van Napoleon wat rustiger wordt, aarzelen de zusters niet om een deel van hun klooster terug te kopen en zich weer binnen de vertrouwde muren te installeren. Ze keren evenwel niet terug naar een monastieke levenswijze. Vanaf 1801 geven ze onderwijs aan arme leerlingen. Alleen om de begroting te laten kloppen, nemen ze ook enkele meer welstellende leerlingen aan.

De zusters zijn dus weer “thuis”, nu evenwel als lesgeefsters of opvoeders, zoals steeds op zoek naar hoe ze het best kunnen beantwoorden aan de noden van de tijd.

Creatieve wegen inslaan

In tijden van tegenspoed is het belangrijk om inventief te blijven. Natuurlijk is een naaiatelier vandaag geen apostolische prioriteit meer, maar uit die periode van de Revolutie onthouden we hoe wij als zusters van Saint-André steeds nieuwe wegen moeten verkennen. 

Vandaag botsen we op onze eigen limieten en dit in een steeds meer geseculariseerde wereld. Hoe moeten we onze vorming herdenken; we hebben zo weinig novicen.  We sluiten ons aan bij een gemeenschappelijke novitiaatswerking in Frankrijk en we sturen een Braziliaanse vrouw naar een novitiaat in Europa. 

We moeten ook aan gewaagdere missies denken en aan minder gebaande en vertrouwde wegen.  We hebben een zuster uit Korea. We stuurden haar op missie in haar eigen land, maar de taalbarrière belet ons om er een communiteit te stichten. 

Zo beleven we nu onze eenheid in diaspora zoals de eerste gezellen van de jezuïetenorde (denk aan Franciscus Xaverius), maar wel diepgeworteld in één apostolisch lichaam.

En toen werden we ook formeel ignatiaans!

Wanneer Séraphine Hauvarlet in 1820 overlijdt, heeft de heroplevende communiteit nog steeds geen officiële kerkelijke erkenning. De bisschop van Doornik ontfermt zich over haar. Hij wil van het klooster een modelinternaat maken. De zusters van hun kant verlangen naar een ignatiaanse verankering. 

In 1837 leggen de “Dames de Saint-André” hun eeuwige geloftes af naar het model van een nog voorlopig opgestelde regel van ignatiaanse inspiratie. De weg naar definitieve Constituties die helemaal moeten aansluiten bij de Constituties van de heilige Ignatius is echter nog lang en ligt bezaaid met valkuilen. 

Uiteindelijk zullen ze nog twintig jaar geduld moeten oefenen. Op 14 april 1857 worden de Constituties dan officieel aanvaard en uitgevaardigd. De Sociëteit van Saint-André is nu officieel een apostolische congregatie naar pauselijk recht, helemaal gericht op missionaire activiteit.

Een nieuw elan

Het is het resultaat van een ernstige crisistijd en het wordt het startsein voor een nieuw elan. De ignatiaanse Constituties openen de poorten van de wereld. Al snel vertrekken de zusters vanuit Doornik naar andere oorden. Eerst naar Vlaanderen, in Brugge en vervolgens Antwerpen, dan naar Engeland, in Jersey en Londen, en nog binnen België, naar Charleroi en Brussel. 

In 1914 landen vijf zusters in Brazilië. In 1932 verlaten vijf andere zusters Europa om naar de Democratische Republiek van Congo te gaan. Op al deze continenten hebben de zusters scholen opgericht en zijn ze docenten geworden of catechisten, retraitebegeleiders, theologen…

Klein en toch universeel

Men zou deze geografische verspreiding kunnen begrijpen als een demografische expansie, maar toch is dat niet zo. We blijven immers een kleinschalige congregatie. 

Ons geringe aantal belet niet dat we een zin hebben voor het universele en voor een gemeenschapsleven dat gevoed wordt door het internationaal karakter van onze leden. De ignatiaanse spiritualiteit wordt belichaamd door onze eenheid in verscheidenheid, doorheen onze drie geloftes en de diaspora van onze missionaire activiteit…

Geestelijke begeleiding

Onze ignatiaanse Constituties hebben tot een tweevoudige oriëntatie geleid: het ontwikkelen en bevorderen van geestelijke begeleiding en een nauwe samenwerking met iedereen die van de ignatiaanse spiritualiteit leeft, in het bijzonder de jezuïeten.

We worden speciaal gevormd om mensen geestelijk te begeleiden. Geestelijke begeleiding maakt dan ook integraal deel uit van onze missie, overal ter wereld. 

Het Woord van God – gedeeld, overdacht en gecontempleerd – staat centraal. Onze steun aan het onthaal van jongeren in Taizé, op de heuvels van de Bourgogne, geeft blijk van deze luistervaardigheid. We begeleiden talloze jongeren die naar Taizé komen. 

In Korea heeft onze zuster een apostolische activiteit ontwikkeld die rijkelijk gevoed is door de ignatiaanse spiritualiteit en de lectio divina. Onze communiteiten in Rondinha in Brazilië en Lewisham in Engeland vormen kleine spirituele centra die helemaal gericht zijn op individuele begeleiding of op het onthaal van groepen. 

Samenwerking met de jezuïeten

We werken ook samen met de jezuïeten in het spiritueel centrum van La Pairelle in België waar zich een kleine communiteit gevestigd heeft en van tijd tot tijd ook in het retraiteoord van Le Chatelard in Lyon. 

Er zijn ook andere vormen van verwevenheid met de ignatiaanse familie, afhankelijk van land tot land, zoals bijvoorbeeld met de GCL (Gemeenschappen van Christelijk Leven), de Magis groepen, de Esdac (Exercices Spirituels pour un Discernement Apostolique en Commun, Geestelijke Oefeningen voor een gemeenschappelijke apostolische onderscheiding) e.a. 

Recentelijk zijn onze zusters begonnen om op een andere heel concrete manier gestalte te geven aan deze samenwerking: zes van onze oudere zusters wonen nu in dezelfde communiteit als de bejaarde paters in het huis van Saint-Claude de la Colombière in Brussel.

Het is goed om elkaar wederzijds te steunen en samen vooruit te gaan.

De trauma’s van de oorlog

1940: brandbommen leggen ons moederhuis in Doornik – dat aan de wieg stond van onze congregatie in de 13e eeuw – in as. Alles ligt in puin. De zusters zijn alles kwijt. Maar ze leven nog. 

Op een paar kilometers ervandaan, in Ramegnies-Chin, beginnen ze aan de constructie van nieuwe gebouwen. Het is een riskante onderneming, want de congregatie staat op het punt failliet te gaan. Dankzij de doortastende energie van de nieuwe generale overste, Claire Legrand, slaagt de congregatie erin deze dubbele beproeving te boven te komen. Opnieuw staat de congregatie klaar om de nieuwe uitdagingen van kerk en wereld tegemoet te gaan.

Naar Schaarbeek (Brussel)

Vandaag is het geen gewapend conflict dat ons noopt om onze Doornikse wieg te verlaten, maar wel een economische en apostolische aanpassing. We zijn geroepen om onze missie in het hart van de stad te beleven. 

Daarom besloten we resoluut om Ramegnies-Chin te verlaten dat ons vlak na de oorlog de mogelijkheid had geboden om er een school en een internaat op te richten. Momenteel zijn we bezig met onze verhuis naar Schaarbeek (Brussel). 

Het huis is er ecologisch meer verantwoord en het is beter aangepast aan de noden van een kleine gemeenschap. Het centrum van onze congregatie met haar generalaat, bureaus en archieven wordt tevens een huis van herbronning voor onze gasten. 

Het wordt een oord van stilte met de mogelijkheid om er een individuele retraite te doen of om kleine groepen te verwelkomen. Jullie zijn welkom van zodra de werken tegen eind 2025 afgelopen zouden moeten zijn!

Van Leuven naar Taizé

1956: ons Belgisch vormingshuis vestigt zich in het centrum van de universiteitsstad Leuven. Het is de tijd van geanimeerde intellectuele en kerkelijke debatten en van nieuwe theologische stromingen op de vooravond van het Tweede Vaticaans Concilie. Daar te Leuven ontdekken onze zusters de oecumenische beweging. Ze participeren aan deze oecumenische beweging doorheen gebed en met nieuwe vormen van ontmoeting. 

Het huis staat open voor studenten, docenten en clerici. Op een avond is broeder Roger van Taizé te gast. Hij ontmoet er de zusters voor de eerste keer. Hij verzoekt hen om hem voor de duur van drie maanden te komen bijstaan. 

Het is 1966. Drie zusters brengen op de Bourgondische heuvels van Taizé de zomer door. Ze staan in voor de verkoop van de postkaarten en het verdelen van de rijst aan de pelgrims van één dag… 

In 1972 kopen de zusters op één kilometer afstand van Taizé een huis in het dorpje Ameugny. Marie-Tarcisius Maertens, novicemeesteres, installeert er het noviciaat en het vormingshuis. Het huis in Leuven wordt gesloten omdat de universiteit er in twee taalgroepen opgesplitst wordt.

We zijn nog steeds in Taizé

Decennia zijn inmiddels verstreken. De zusters van Saint-André zijn nog steeds in Taizé. De samenwerking met de communiteit van de broeders is nog hechter geworden. Het onthaal is verder verruimd, internationaler en oecumenischer geworden. 

De jonge dames die onze congregatie vervoegd hebben, hebben een steeds meer diverse geografische en kerkelijke achtergrond. Elkeen brengt haar eigen talent mee, eigen dynamiek en aspiratie. Dankzij hen wordt het aangezicht van Saint-André alsmaar internationaler.

Passie voor oecumene

Dankzij onze samenwerking met de broeders van Taizé wordt onze roeping nog anders ingekleurd: met een passie voor oecumene. Het verlangen naar verzoening tussen de christelijke Kerken bezielt ons. Het heeft ons sterk beïnvloed. Deze passie heeft zich concreet verankerd en ze wordt in verschillende concrete vormen belichaamd in onze communiteit.

“De groeiende verscheidenheid aan taal, herkomst, culturele eigenheid, kerkelijk toebehoren, talent of apostolische insertie: dit alles voedt in groeiende mate onze eenheid van hart. God schenkt ons de gave om één Lichaam te vormen doorheen de passie voor de eenheid. 

We herkennen hierin de oproep tot een nog grotere openheid voor het universele, een appel om andere wegen te gaan, om samen met anderen te werken aan verzoening, aan een cultuur van vrede, aan meer rechtvaardigheid … opdat alle mensen mogen leven in waardigheid.” (Citaat uit de Algemene Congregatie van de zusters van Saint-André, 2017). 

Recentelijk werden we geënthousiasmeerd door onze deelname aan de voorbereidende sessie van het “Together” event in september 2023. Dit event had de verantwoordelijken van verschillende christelijke Kerken samengebracht aan de vooravond van de synode. 

Vandaag

Al deze vruchten stemmen ons hoopvol voor een toekomst die gehoor geeft aan de Geest en aan de noden van de tijd. Nieuwe communiteiten zien het licht, anderen nemen vastere vorm aan. 

De apostolische universaliteit die zo typisch is voor de Constituties van de heilige Ignatius wordt ook in onze congregatie alsmaar concreter nu ze zich verder diversifieert. 

De vreugde om tot één Lichaam te behoren, onze verbondenheid met Christus en de banden van onderlinge liefde — of we ons nu in Brazilië, Congo, Europa of Korea bevinden — sterken ons in de overtuiging en het vertrouwen dat we de onzekerheden van de weg die voor ons ligt, aankunnen.

Nieuwe uitdagingen

Nog afgezien van de verhuis van ons moederhuis en van ons generalaat naar Brussel wachten ons ook andere uitdagingen. Onze laatste Algemene Congregatie in januari 2023 gaf ons het elan om nieuwe “werven” aan te vatten, met name wat het bestuur betreft:

“Een groot verlangen om binnen het beleven van het bestuur nog meer ruimte te bieden aan participatie en aan medeverantwoordelijkheid van elke zuster, dit met het oog op een levendigere eenheid van Saint-André.

Een bestuur gericht op de contemplatie van Christus en geïnspireerd door zijn levenswijze.

Op weg gaan met Christus. Elkeen van ons zal zodoende vrijer worden om te luisteren, te onderscheiden, in gesprek te gaan … in staat om voluit deelachtig te worden aan de eenheid van de hele congregatie en van haar missie.

Deze inzet van hart en geest situeert zich binnen de beweging van de hele wereldkerk om samen op weg te gaan.”

Bijna acht eeuwen zijn verstreken

Bijna acht eeuwen zijn nu verstreken, acht eeuwen vol van wederwaardigheden die ons de geschiedenis heeft toebedeeld. Al die tijd heeft de trouw van God ons ondersteund en aangemoedigd en heeft Hij ons opgeroepen om onophoudelijk en vol aandacht te luisteren naar de wisselende situaties van Kerk en wereld.

Van hospitaal naar slotklooster, van slotklooster naar apostolische activiteit en nu vandaag een internationale congregatie levend van de ignatiaanse spiritualiteit. Wij beseffen hoe schatplichtig we zijn aan dit bewogen parcours. Van generatie op generatie worden we gedragen door een traditie die ons op weg zet om een nieuwe stap vooruit te wagen en nieuwe wegen te ontdekken.

Je bent welkom!

Wil je hier meer over weten? Wil je een naam en een gezicht kunnen verbinden met wie deze ignatiaans geïnspireerde vrouwen zijn? Aarzel dan niet: klop aan onze deur. We zullen opgetogen zijn om je te mogen ontvangen, hartelijk en in alle eenvoud! 

Meer zien, lezen, ervaren? https://saint-andre.be

Vertaling: Guy Dalcq

Leven met angst, medicatie en gebed 5

Bekijk alle artikelen van Cardorner

Deel