De Bijbel is geschreven door en voor mensen. Toch noemen wij het Gods Woord. Wat wordt hiermee bedoeld? Wat betekent dit voor ons geloof?
De Bijbel is geschreven door en voor mensen. Toch noemen wij het Gods Woord. Wat wordt hiermee bedoeld? Wat betekent dit voor ons geloof?
Door Peter Hundertmark
Wie een Bijbel koopt, verwerft meer dan duizend dichtbedrukte pagina’s. Tekst in overvloed: gedichten, verhalen, geschiedenis, wetteksten, brieven, parabels en nog veel meer. Veel is spannend om te lezen, veel eerder vermoeiend.
Natuurlijk kan men deze teksten benaderen zoals elke andere literaire tekst en op zoek gaan naar de auteur en zijn bedoelingen, naar bewerkingen en historische context, naar interne dwarsverbanden en receptiegeschiedenis.
In de theologie bestaat hiervoor het vakgebied exegese. Haar werk is onontbeerlijk opdat de lezer van vandaag zich niet door zijn moderne voorkennis zou laten (mis)leiden en zo de eigenlijke tekst en zijn betekenis zou mislopen.
Een spiritueel omgaan met de Bijbel – zowel in de persoonlijke als in de gemeenschappelijke verwerking en toe-eigening – veronderstelt enerzijds het werk van de exegese, maar benut anderzijds de teksten vanuit een eigen specifieke doelstelling. Het geschrevene wordt tot uitgangspunt. Doorheen de tekst wordt bij de luisteraars een innerlijk effect verkregen.
En om dat effect van ‘‘bewegingen en opwellingen van de ziel’’ is het te doen. Want hierdoor wordt de mens – in het gunstige geval – naar God toe bewogen. De confrontatie met de tekst staat ten dienste van het verdiepen en het aanwakkeren van de relatie van deze mens met God.
In het middelpunt van de spirituele activiteit staat dus niet een tekst, maar het Woord van God dat achter de tekst schuilgaat. De Bijbel heeft voor de gelovigen immers een bijzondere betekenis: hij is niet slechts een verzameling van antieke teksten. Hij vertelt over ervaringen met de levende God die de Israëlieten, Jezus en zijn apostelen meemaakten.
Voor de gelovigen is de Bijbel ”Gods Woord in menselijk woord’’. De Bijbel is niet rechtstreeks door God gedicteerd. De teksten zijn tijdsgebonden, ze weerspiegelen de leefwereld en het persoonlijke perspectief van de auteur, ze moeten exegetisch bewerkt worden… en toch komt in die teksten – dat is de overtuiging – God op authentieke wijze aan het woord.
Daarom is het op het eerste gezicht verwarrend dat de neergeschreven ervaringen zeer verschillend, zeer uiteenlopend en in veel gevallen ook tegenstrijdig zijn. God wordt in zeer verschillende beelden “geschetst”. Hij vertoont zich aan de mens altijd weer anders en altijd weer nieuw. Het Woord Gods, het spreken van God over zichzelf, is naar moderne begrippen alles behalve innerlijk consistent. De titel van een boek van H. U. von Balthasar vat het gebald samen: “De waarheid is symfonisch.” …
Wie God is, is onuitputtelijk. Wie denkt Hem in één begrip te vatten of Hem in een systeem te kunnen persen, zal tekortschieten. In elke situatie toont Hij zich anders, bij elke mens is Hij op een heel eigen wijze nabij – en toch blijft Hij zichzelf daarbij steeds trouw.
Het Woord Gods, het Woord waarmee Hij zichzelf uitspreekt, is altijd concreet én actueel én individueel. Want het geluid- en letterloze Woord Gods verbindt zich met de taal, met de beleving, met het eigen karakter en de situatie van diegene die God zoekt. Geen enkel woord is daarom op zich juist. Maar alle woorden zijn belangrijk, elk mens-Gods-Woord is essentieel.
Als een groep een Bijbelse tekst uitkiest om met het Woord van God in contact te komen, ontstaat in eerste instantie een behoorlijk verwarrende verscheidenheid aan interpretaties. Iedereen verstaat de tekst op zijn of haar manier. In elke mens verbindt zich het Woord van God met de eigen werkelijkheid, met het eigen karakter, met de eigen opinies, ervaringen en verwachtingen, en ten slotte met dat concrete punt waar de mens nu met zijn leven is aanbeland.
God toont zich als ”de God van deze persoon’’ zoals Hij zich in vroegere tijden getoond heeft als de God van Abraham, Isaak en Jakob, als de God van Mozes, van Jezus en de apostelen…
Het beeld van God wordt mede bepaald door de persoonlijkheid van de mens. Dit is essentieel, want het Woord van God is altijd geïncarneerd, van binnen uit. Het valt niet kant en klaar uit de hemel, maar uit zich steeds opnieuw als Gods woord in mensenwoord.
Pas in tweede instantie wordt het verbindende van het geloof weer zichtbaarder – het is immers hetzelfde Woord van God dat tot een zo grote verscheidenheid aan mensenwoorden heeft geleid.
Want de Bijbel is weliswaar afgesloten, maar de zelfopenbaring van God gaat uiteraard verder. De Bijbel is volledig, niets ontbreekt. Hij biedt het kader en de toetssteen voor alle verdere woorden. Elk mensenwoord dat zich nadien als Gods Woord verstaat, moet zich door de Bijbel laten toetsen.
De vraag luidt dus: vindt deze nieuwe ervaring aansluiting bij de Bijbelse verscheidenheid? Kan aangetoond worden dat God zich zelfs in zijn nieuwe woord trouw blijft? De Bijbel is het Woord Gods in mensenwoord dat door de Kerk voor authentiek verklaard is. In zijn symfonische spanning en verscheidenheid is de Bijbel voor alles wat nadien komt, normatief.
Nochtans is er geen fundamenteel verschil tussen de mensen uit Bijbelse tijden en de mensen van vandaag. God is elke mens nabij, zoekt elke individuele mens op en laat zich door iedereen vinden. Hij spreekt zich uit in elk leven en luistert naar het antwoord dat zijn Woord in de mens oproept. Het Woord Gods is een kracht die in beweging zet.
Deze beweging kan genegeerd, onderdrukt of verdraaid worden, maar daarom verdwijnt de kracht niet. Ze is de kracht die altijd het goede wil en altijd het goede bewerkt. God is liefde, trouw, gerechtigheid, leven, vrede… en waar ook maar iets daarvan in het leven van een mens of tussen mensen geschiedt, mogen gelovigen de kracht van God in zijn Woord aan het werk zien.
In de geestelijke werking van de Kerk gaat het net om dit antwoord van de gelovigen vandaag. Dankzij deze antwoorden groeit de Kerk steeds opnieuw: mensen beantwoorden dit Woord van toewijding en genegenheid dat in hen aanwezig is doordat ze zichzelf toewijden.
Ze leven en bevestigen daardoor het Woord tot leven dat in hen gesproken wordt. Ze beminnen en schatten niets hoger in dan deze liefde, en brengen zo eer aan God die zich als liefde uitspreekt.
Het menselijke antwoord dat effectief uitgesproken of zelfs neergeschreven wordt, is daarbij slechts als een wimpel op de top van de ijsberg. Mystici zoals Martin Luther: “God is in het geringste boomblaadje aanwezig”, Hildegard von Bingen: “God is in het levenskrachtige zevenblad”, of Alfred Delp: “De wereld is van God zo vol. Uit alle poriën borrelt Hij op…” gaan zelfs nog verder. De schoonheid van de schepping en de goedheid van de mensen zijn voor hen Gods Woord, nog vooraleer het antwoord tot woord wordt.
Gods Woord weerklinkt en trilt na in elk leven. Daarbij komt het nooit van buiten af, is het nooit invasief, dwingt niet. Het is innerlijke beweging, het wordt lichaam en leven. Christenen geloven dat dit op de meest volkomen wijze in Jezus van Nazareth is gebeurd, zozeer dat Hij helemaal God is terwijl Hij tevens helemaal en waarachtig mens is.
Ze geloven dat God zich geheel en compromisloos in het leven en spreken van Jezus kon openbaren.
Jezus is het levendige tot lichaam en leven geworden Woord van God. Maar dit uiteraard niet abstract, maar in een concrete mens, in een concrete historische situatie, met de uitdrukkingsmogelijkheden en beperkingen van zijn tijd. Jezus beleefde en sprak het Woord Gods binnen de context van zijn leven en met zijn woorden.
Spirituele evolutie heeft tot doel dat Jezus Christus vorm geeft aan zowel onszelf als aan de gemeenschap van de gelovigen, de Kerk, en ze streeft ernaar dat we onze relatie met Hem verdiepen. Hij is het Woord Gods dat vandaag in onze tijd wil weerklinken. De teksten die over hem vertellen, fungeren als plaatsvervangers van zijn gesproken woord.
Zoals Hij toen mondeling de mensen opriep om Hem te volgen, zo roept Hij ons vandaag op door zijn neergeschreven Woord om Hem te volgen en zijn werking verder te zetten…
Het Nieuwe Testament spreekt in zijn originele Griekse versie over de “dynamis” van Gods Woord en beschrijft daarmee die kracht die dus ”dynamisch” is, die in beweging zet, verandering teweegbrengt, aanspoort, altijd opnieuw verrast en in elk moment nieuw en jong en fris is. Christenen uit alle tijden hebben deze kracht in hun leven ervaren.
En ook vandaag is de kracht van Gods Woord doorslaggevend in hun leven vanuit het geloof en voor de Kerk. De dynamiek van Gods Woord is de kern van elke evolutie in de Kerk. Daarom peilen geestelijke leiding en begeleiding uitdrukkelijk naar de innerlijke evolutie van een mens om zich voor deze dynamiek open te stellen…
Het Woord Gods is het Woord van Jezus en daarom stuwt en beweegt het altijd in de richting die Hij ons gewezen heeft. Het Woord Gods is Evangelie… Het is een eenduidig gerichte kracht, die een nieuwe goede boodschap voor arme mensen brengt, die ongerechtigheid bestrijdt, vrede schenkt, genezing en heiligheid bewerkstelligt…
Deze vruchten zijn ook in elk individueel leven en elke geestelijk zoektocht het beslissend criterium. Het Woord Gods beweegt elke mens tot het goede, baant een weg tot leven, bevrijdt en geeft aanzien. Het is Evangelie.
Indien ik iets niet als dusdanig kan aanvoelen, ontraadselen of beleven, dan is het voor mij nu, op dit moment, zoals ik vermag het te begrijpen, niet Gods Woord – zelfs dan niet als het in de Bijbel zou staan.
“Voor mij nu” betekent dat dit niet hoeft uit te sluiten dat datzelfde in mensenwoorden uitgedrukte Woord van God voor mijn buur vandaag of voor mezelf op een ander tijdstip helemaal Evangelie kan zijn en zodoende het werkzame, helende en bevrijdende Woord van God…
De Bijbel kent echter nog een ander woord voor de kracht van Gods Woord: “exousia” in het Grieks. Exousia betekent volmacht. Jezus, het vleesgeworden Woord van God, legt zijn Woord als een volmacht in de harten en in de mond van hen die Hem volgen. Zij zijn hierdoor gemachtigd Gods Woord uit te spreken en als belofte aan te nemen.
Met dit Woord kunnen ze elkaar helen, troosten, tot het goede aansporen; met dit Woord kunnen ze leven, liefde en trouw uitspreken, verzoening bewerken en de weg vrijmaken voor gerechtigheid en vrede. Met deze volmacht kunnen gelovigen de Kerk vorm geven, haar een jonge frisse gestalte geven opdat de mensen vandaag de goede boodschap te horen krijgen.
Het mensenwoord van de gelovigen, voor zover het zijn oorsprong vindt in het leven en de woorden van Jezus, bezit het vermogen om de werking van Gods Woord verder te zetten. Het kan en moet Evangelie zijn.
Het mensenwoord van de gelovigen is echter altijd bedreigd. Het is gemengd, altijd ambivalent. Het is nu eenmaal niet identiek aan het Woord van God – en zij die dat zouden beweren, in hen is het Woord Gods zeker niet. Misschien kan hun mensenwoord Gods Woord laten weerklinken, maar dezelfde woorden kunnen evengoed helemaal aan Gods Woord voorbij schieten.
Spiritueel leiding geven en geestelijke begeleiding dragen om die reden een grote verantwoordelijkheid. Altijd moet er onderscheiden worden. Niet alles wat het innerlijke van de mens beweegt, is het gevolg van Gods Woord. Er zijn ook nog gelijktijdig heel andere krachten aan het werk. Opnieuw zijn het de vruchten die een aanwijzing geven.
Wordt het woord dat ik zeg in de ander tot Evangelie? Is het een goede nieuwe boodschap, geeft het hem of haar aanzien en waardigheid, sterkt het levendigheid en mondigheid, maakt het vrij, verschaft het gerechtigheid? Maakt het weerbaar tegen geweld, stelt het misbruik en uitbuiting aan de kaak, bindt het de strijd aan tegen innerlijke en uiterlijke onvrede, plaatst het de liefde tegenover de dood?
Als dat niet gebeurt, is datgene wat voor mij misschien een vaak beproefd Woord van God kan zijn, voor deze of gene nu niet Gods Woord.
Hier komt ook de exegese weer aan bod. Vaak kan zij door haar onderzoek het Woord van God dat achter de antieke tekst schuilgaat weer vrijmaken. Ze creëert daardoor de voorwaarden opdat dat wat ik lees in mij de kracht van het Evangelie kan opwekken. Haar werk is onontbeerlijk. Zo niet zou menig neergeschreven woord toxisch kunnen worden, tot veroordeling, onderdrukking, tot dood kunnen leiden in plaats van leven, gerechtigheid en vrede te bewerken.
De exegese leert ons om een tekst kritisch te lezen. Daarmee is een van de twee stappen gezet. Vervolgens moet ik kritisch de werking van wat ik gelezen heb in mij en in de ander in het oog houden. Beide benaderingswijzen samen doen het Woord van God schitteren.
Dan wordt het Woord van God tot een veranderende, genezende en bevrijdende kracht, tot dynamiek en volmacht in mijn leven, in het leven van de Kerk en in het leven van de mensen. En elke gelovige mag en kan Gods Woord innerlijk en spiritueel laten weerklinken, het laten nazinderen en zijn werk laten doen; elke gelovige kan en mag zich aan deze kracht toevertrouwen, het tot Evangelie laten worden.
In Christus kan het leven van de gelovige tot mensenwoord worden waarin Gods Woord actueel aanwezig is, weerklinkt en tot leven wekt, voor hem of haar en voor de anderen.
Peter Hundertmark (*1963) is pastoraal consulent in het bisdom Speyer (Duitsland), geestelijk begeleider en retraiteleider én adviseur van het meldpunt tegen geweld in de kerk. Hij is getrouwd en vader van vier zonen.
Bron: Korrespondenz zur Spiritualität der Exerzitien (2022), nr. 121
vertaling door Rita Vandevyvere en Guy Dalcq
Bekijk alle artikelen van Cardorner