door Nathalie Becquart, xavière
door Nathalie Becquart, xavière
Zuster Becquart werd benoemd tot tweede secretaris van de synode van bisschoppen. Daarmee is zij de eerste vrouw die stemrecht krijgt in een synode; met een synode had zij enige ervaring had opgedaan. Dat was voor haar een uitgesproken spirituele ervaring waarbij de Geest aanwezig was. Synodaliteit is voor paus Franciscus een belangrijk instrument bij zijn hervormingen.
Van 2012 tot 2018 nam ik, als directeur van de Service national pour l’évangélisation des jeunes et pour les vocations (SNEJV), elk jaar deel aan de bijeenkomst van de Franse bisschoppen in Lourdes, net zoals de andere directeurs van nationale diensten. In 2015 keken wij terug op de tweede bisschoppensynode over de familie die toen in Rome net was afgerond. De Franse bisschoppen die daarbij aanwezig waren, deelden hun ervaringen met hun collega’s. Iedereen getuigde, bescheiden maar duidelijk, hoe deze maand van ontmoetingen in Rome, met bisschoppen van over de hele wereld, hun zienswijze had verruimd en zelfs veranderd. Zo zei kardinaal André Vingt-Trois met enig gevoel voor humor: “Stelt u zich voor, zelfs ik, een oude kardinaal met stevige principes, ben door deze synode door elkaar geschud!” Al in 2012, na afloop van de bisschoppensynode over de nieuwe evangelisatie, werd ik getroffen door de opmerking van mgr. Yves Le Saux, bisschop van Le Mans: “Tijdens deze synode zijn we ons bewust geworden van de radicale veranderingen in onze samenleving en van de nood aan een pastorale bekering. Wij bisschoppen hebben begrepen dat de evangelisatie begint met onze persoonlijke bekering.” Later in 2018, toen ik het geluk had om deel te nemen aan de bisschoppensynode over “Jongeren, het geloof en de onderscheiding van de roeping”, heb ik dat zelf ondervonden. Deze synode heeft me ingrijpend veranderd, meer dan ik zelf had kunnen denken.
Synodaliteit, beleefd in een houding van diep aandachtig luisteren naar de Geest en van onderscheiding, is werkelijk een weg naar persoonlijke en gemeenschappelijke bekering. Paus Franciscus zegt het als volgt in zijn laatste boek met gesprekken over de huidige crisis: “Wat de synodale weg karakteriseert, is de rol van de Heilige Geest. (…) De synode is voor iedereen die openstaat voor veranderingen en nieuwe uitdagingen, een ervaring van bekering.” Synodaliteit is geen vooraf duidelijk afgebakende weg en vereist een openheid voor de God van verrassingen die, door de woorden van anderen, naar ons toekomt om ons te raken, door elkaar te schudden en innerlijk opnieuw te oriënteren. Synodaliteit is een weg van gemeenschappelijke onderscheiding van een vergadering van mensen, geworteld in de eucharistie, bewust levend en samen onderweg. Synodaliteit is in principe een oproep tot bekering om zo een missionaire gemeenschap ten dienste van de wereld op te zetten. Synodaliteit is een proces – een spiritueel proces – dat zich ontplooit in de loop van de tijd. Ze heeft behoefte aan een kader en een structuur, maar fundamenteel is zij “een bepaalde stijl die het leven en de zending van de Kerk bepaalt, en waarvan zij het wezen tot uitdrukking brengt”. We kunnen hierbij denken aan het samen optrekken en samenkomen als volk van God, opgeroepen door de Heer, in de kracht van de Heilige Geest, om het evangelie te verkondigen. Na een poging om synodaliteit wat preciezer te omschrijven, zullen we voldoende tijd nemen om haar vereiste menselijke en spirituele instelling te onderzoeken.
Een oproep om te leven met de Drie-eenheid
Je hoort veel mensen spreken over synodaliteit! Binnen de Franse Kerk pleiten verschillende initiatieven en publicaties voor een meer synodale Kerk op alle niveaus. Paus Franciscus, die van synodaliteit een speerpunt van zijn pontificaat gemaakt heeft en het als thema van de volgende bisschoppensynode genomen heeft, roept alle gedoopte christenen op om synodaliteit te promoten en er actief aan deel te nemen. Maar wat is die synodaliteit nu precies en waartoe roept ze op?
Om het simpel te houden, legt men vaak het woord synode uit aan de hand van haar etymologie: sun-odos (Grieks) betekent “samen op weg”, terwijl we luisteren naar de Geest. Maar synodaliteit, waarvan de Latijnse vertaling concilium (concilie) verwijst naar een vergadering van bisschoppen, is een rijk begrip waarvan de betekenis veelzijdig en dynamisch is. Synodaliteit is namelijk een modus vivendi et operandi die zich realiseert door: het gezamenlijk beluisteren van het Woord en het samen vieren van de eucharistie, de broederschap die voortvloeit uit de gedeelde verantwoordelijkheden, de deelname aan het leven van de Kerk op verschillende niveaus en via verschillende charisma’s. Het gaat om een stijl, een praktijk, een manier van Kerk zijn in de geschiedenis. Volgens paus Franciscus: “De praktijk van de synodaliteit, een traditie die zich constant vernieuwt, realiseert in de geschiedenis van het pelgrimsvolk van God, de gemeenschap van de Kerk naar het beeld van het mysterie van de gemeenschap van de Drie-eenheid. Zoals jullie weten ligt mij dit nauw aan het hart: synodaliteit is samen optrekken en dat is wat de Heer verwacht van de Kerk in het derde millennium.”
Dit oude begrip van synodaliteit, beschrijft goed de Kerk van de eerste eeuwen. Zij organiseerde talrijke synodes en concilies om de bijeengeroepen bisschoppen in staat te stellen te spreken en te onderscheiden over brandende kwesties, in een tijd van controverses en ketterijen. We kunnen ons aansluiten bij de historicus John O’Malley: “Vanuit een geschiedkundige visie was het bestuur van de Kerk traditioneel synodaal, dat wil zeggen collegiaal.” Synodaliteit heeft Bijbelse wortels: vaak wordt verwezen naar het concilie van Jeruzalem, in Handelingen 15, als voorbeeld bij uitstek voor alle latere concilies. Maar het Tweede Vaticaans Concilie bepaalt in belangrijke mate wat dit begrip vandaag de dag inhoudt. Zo kan de instelling van de bisschoppensynode door paus Paulus VI in 1965, bij aanvang van de vierde sessie van dit concilie, gezien worden als een uiting van het verlangen naar synodaliteit en collegialiteit zoals de concilievaders dat beleefden.
Synodaliteit en collegialiteit hebben deel aan dezelfde “dynamiek van gemeenschap” die eigen is aan de Kerk. Toch maakt men tegenwoordig een technisch onderscheid tussen de collegialiteit tussen bisschoppen, geïntroduceerd door Vaticanum II en de synodaliteit die niet langer alleen maar de collegialiteit tussen bisschoppen inhoudt, maar die betrekking heeft op alle gelovigen.
Paus Franciscus heeft van de bisschoppensynode een belangrijk instrument gemaakt voor zijn project ter hervorming van de Kerk met het oog op een missionaire transformatie. Synodaliteit krijgt daardoor een grotere reikwijdte en ontvouwt zich als een dynamische visie voor de Kerk waarin barmhartigheid en permanente bekering centraal staan.
Tijdens de mis die hij vierde op 9 september 2013 in het huis Santa Marta beschrijft de paus de uitdaging van de Kerk als volgt: “De Kerk dient zich altijd te vernieuwen omdat haar leden zondaars zijn en nood hebben aan bekering.” Synodaliteit omvat in haar praktijk en implementatie de oproep tot een persoonlijke en gemeenschappelijke bekering. Zij is de weg van de spirituele en pastorale bekering. Zij veronderstelt en vereist een spirituele houding; je zou zelfs kunnen spreken van een spiritualiteit van synodaliteit. Zij is eigenlijk een spiritualiteit van gemeenschap en zoals de Commission Internationale Théologique (CTI) haar terecht beschrijft in haar belangrijke document (2018) over “de synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk” in de paragraaf over “de spiritualiteit van gemeenschap en de vorming tot synodaliteit”: “Vandaar de vereiste voor de Kerk om ‘het huis en de school van de gemeenschap’ te worden”. Zonder een bekering van hart en geest en zonder een ascetische educatie om gezamenlijk te ontvangen en wederzijds te luisteren, zijn de uiterlijke middelen tot gemeenschapsvorming van weinig nut en zouden ze zich zelfs kunnen transformeren tot maskers zonder hart en gezicht.” Juridische wijsheid, door regels tot deelname op te stellen, legt de hiërarchische structuur van de Kerk bloot en dringt de verleiding tot willekeur en ongeoorloofde verlangens terug. De spiritualiteit van de gemeenschap geeft een ziel aan het instituut door vertrouwen en openheid voor te stellen om zo volledig te beantwoorden aan de waardigheid en verantwoordelijkheid van elk lid van Gods volk.”
De spiritualiteit van het kerkelijke “wij”
Om al luisterend naar de Geest deze stap vooruit mogelijk te maken, dient de synodaliteit een praktijk van gemeenschappelijke onderscheiding in te voeren. Deze zou dan “de ontwikkeling en lancering van processen die ons vormen tot volk van God” moeten stimuleren en inzetten op een missionaire gemeenschap. Samenvattend zou men synodaliteit kunnen beschrijven als een overgang van “ik” naar “wij”, maar dan wel een waarbij elke afzonderlijke “ik” geïntegreerd wordt in een “wij” en waarin elke “ik” handelend optreedt. Synodaliteit is het opnieuw ontdekken van het ecclesiale “wij” om zo het algemeen welzijn te dienen, door er zich rekenschap van te geven dat “het leven een tocht is waarbij de taken en verantwoordelijkheden worden verdeeld met het oog op het algemeen welzijn.” Synodaliteit veronderstelt dat alle gedoopten hun doopsel serieus nemen en nadenken over de juiste richting en meewerken aan de zending van de Kerk. Op die manier wordt de wezenlijke ecclesiale dimensie van onze roeping als gedoopten opgewekt en versterkt. Synodaliteit is ten diepste verbonden met een ecclesiologie van het volk van God, waarin alle gedoopten dezelfde waardigheid hebben, allen de Geest in zich dragen, allen geroepen zijn, en allen discipelen met een zending zijn. Zij roept op om het sensus fidei serieus te nemen en dus goed te luisteren. Kardinaal Grech, secretaris-generaal van de bisschoppensynode zei hieromtrent: “Ik vind het belangrijk om de onmisbare rol van het volk van God in dit [synodale] proces te onderstrepen. Dit impliceert opnieuw een actieve rol voor het sensus fidei en het grote belang om binnen een werkelijk synodale Kerk goed naar elkaar te luisteren.” Synodaliteit houdt zo ook rekening met de verscheidenheid aan stemmen binnen de Kerk. Het CTI-rapport vermeldt: “Dezelfde houding, nodig om het sensus fidei, eigen aan elke gelovige, te beleven en te doen rijpen, is ook vereist om haar toe te passen tijdens onze synodale tocht.”
Luisteren naar de Geest
Synodaliteit vraagt van ons om de Kerk te zien als dynamisch en systemisch, inclusief en niet competitief, rekening houdend met de verscheidenheid aan charisma’s, met relaties en gemeenschap, met luisteren en dialoog, met participatie en gedeelde verantwoordelijkheid, met wederkerigheid en creatieve spanning tussen al haar leden. Formeel vindt synodaliteit plaats in institutionele structuren en processen zoals pastorale raden, synodes en concilies. Maar de oproep blijft klinken om “samen op te trekken en zich te verzamelen als volk van God, opgeroepen door de Heer Jezus, in de kracht van de Heilige Geest, om het evangelie te verkondigen”. Deze verkondiging “dient tot uitdrukking te komen in de dagelijkse manier van leven en werken van de Kerk”. Synodaliteit is dus een proces, een spiritueel proces dat gepromoot moet worden aan de basis, in de lokale Kerken, en op alle niveaus. Zij is een manier van leven die de samenwerking van allen ondersteunt en ontwikkelt.
Om ons de stijl en de praktijk van synodaliteit eigen te maken, moet we een passende spirituele houding aannemen en ontwikkelen: een luisterend oor, dialoog, empathie, delen, innerlijke vrijheid, vrijmoedigheid, nederigheid, oprechtheid en vooral geloof en vertrouwen in God, verankerd in gebed en eucharistie. Het is belangrijk om te vertrouwen in de Geest die ieder van ons apart en ook gezamenlijk inspireert wanneer we in groep optrekken. Synodaliteit is voor alles een ervaring van de Heilige Geest. De weg ligt voor ons open, het traject ligt niet vast. De route komt tot stand tijdens ontmoetingen, gesprekken en uitwisselingen die de blik van eenieder verruimen. Het is een weg van mensen, broeders en zusters, die ons maakt tot een familie, een gemeenschap.
Een oproep om te veranderen
De synodale weg inslaan betekent dat je ervoor kiest te leven als een pelgrim binnen de Kerk, die zelf ook pelgrimeert hier op aarde. Synodaliteit is een ervaring die ons alert maakt voor de werkelijkheid, die maakt dat we luisteren naar de roep en noden van de wereld. Zij is “een manier van samen leven en werken, jongeren en ouderen, luisterend en onderscheidend, om te komen tot pastorale keuzes die aansluiten bij de werkelijkheid.” Synodaliteit is een oproep om te veranderen binnen een Kerk in beweging. Zij is als “samen dansen” waarbij iedereen, pastores en gelovigen, door een levendige dialoog en vertrouwelijke uitwisseling, zijn bewegingen afstemt op de ander, luisterend naar elkaar en gezamenlijk luisterend naar de muziek van de Geest. Een luisterende houding en openheid zijn onmisbaar voor dialoog. Om hiertoe te komen zijn “moed en profetische durf” nodig, waarbij vrijheid, waarheid en naastenliefde samengaan. Verder zijn belangrijk: innerlijkheid en aandacht voor innerlijke bewegingen bij jezelf en binnen de groep waarvan je deel uitmaakt. Je kunt geen synodaliteit in de Kerk ontwikkelen zonder te focussen op onderscheiding, want synodaliteit veronderstelt dat je de vruchten van de Geest kunt herkennen en deze zijn dezelfde als die van de synodaliteit: vreugde, vrede, missionair elan, gemeenschap, verlangen naar betrokkenheid, liefde voor anderen en de Kerk…
De uitdaging van het kerkelijk leadership
Om op alle niveaus in de Kerk geïmplementeerd te kunnen worden, heeft synodaliteit nood aan leaders die in staat zijn om synodale processen te initiëren en te begeleiden. Bij het katholieke regime is er geen synodaliteit zonder voorrangsregels. Anders gezegd, de hiërarchische structuur van de katholieke Kerk brengt met zich mee dat op alle niveaus synodaliteit zich niet kan ontwikkelen zonder voorrang te verlenen aan hogergeplaatsten. Dit is ongetwijfeld een van de grootste uitdagingen. Om synodaliteit in de praktijk te brengen, om een synodale pastoraal te ontwikkelen, heeft de Kerk nu nood aan pastores die zich de synodaliteit hebben eigengemaakt. Pastores die een nieuwe vorm van leadership zoeken die omschreven zou kunnen worden als leadership in samenwerking: niet verticaal en klerikaal, maar horizontaal en gericht op samenwerking. Een leadership dat dienstbetoon hoog in het vaandel heeft en dat tot uiting doet komen door een andere verhouding tot macht en een andere manier van machtsuitoefening met alle respect voor vrijheid. Het is een manier van begeleiden waarbij je je tussen de anderen plaatst en samen met hen, in gedeelde verantwoordelijkheid, zoekt naar autonomie en participatie van elkeen. Dit vraagt om een vorm van autoriteit die in staat is krachten te genereren die de vrijheid bevrijden in plaats van zichzelf macht toe te eigenen. Het model van leadership voor een synodale Kerk is paus Franciscus zelf. Pastoraal verantwoordelijken, in dienst van de synodaliteit, worden opgeroepen om zich tegelijkertijd op te stellen als herders en volgelingen en de volgende sleutelwoorden omarmen: nabijheid, beschikbaarheid, vertrouwen, wederkerigheid. Zonder het eigenlijke doel van synodaliteit te vergeten: een volk vormen, een broederlijke en missionaire gemeenschap in dienst van het algemeen welzijn van samenleving.
Bij wijze van conclusie: synodaliteit – als proces van bekering – is feitelijk een kunst, namelijk die van onderscheiding, die het leven in de Geest omarmt en benoemt en zo van de Kerk een schip op volle zee maakt. Het is de kunst van een Kerk die zich laat vernieuwen om steeds meer een relationele Kerk te worden die mensen verwelkomt, in gesprek gaat en die leven geeft. Met andere woorden: een Kerk die open bloeit, die zonder ophouden herboren wordt, door en met hen die haar doen leven.
bron: Christus, n. 270 (avril 2021)
vertaling: Rita Vandevyvere en Wiggert Molenaar s.j.