door François Boëdec S.J.
Ik herinner mij dat twintig jaar geleden, toen ik op het punt stond in te treden bij de jezuïeten, ik getroffen werd door de woorden van de voormalige algemeen overste van de Sociëteit van Jezus, pater Arrupe. Hij schreef: “In mijn werkkamer hangt een foto van de aarde, die genomen is tijdens een ruimtereis. Ik heb die gekregen van de astronaut Lovell. De aarde staat er bijzonder scherp op afgetekend. De foto herinnert mij eraan dat we twee dingen nodig hebben: we moeten plaatselijke kwesties heel scherp zien, en evenzeer inzien wat deze problemen voor de hele planeet betekenen. Ik ben ervan overtuigd dat alleen voor een dergelijke manier van zien een echte toekomst is weggelegd.”
Niet lang daarna ontdekte ik dat deze kijk op de wereld, vijf eeuwen later, dezelfde was als die van de heilige Ignatius. In de Geestelijke Oefeningen vroeg hij “de personen te zien, groep na groep. Eerst die op het aardoppervlak, in een zo grote verscheidenheid van kleding en gedrag: de een blank en de ander zwart, de een in vrede en de ander in oorlog, de een huilt en de ander lacht, de een is gezond, de ander ziek, de een wordt geboren en de ander sterft, enz.” (GO 106).
Sindsdien heb ik wat beter begrepen waarom een bepaalde kijk op de wereld zo belangrijk was. Hoe kan men immers God zoeken en Hem willen liefhebben, als men niet naar die door Hem geschapen wereld kijkt en naar al haar bewoners, “gevormd naar zijn beeld en gelijkenis”? Door de menswording van zijn Zoon – Ignatius legt grote nadruk op die menswording – zien we hoe God ons met nadruk schijnt te zeggen: “Juist in deze Mij dierbare wereld zend Ik mijn Zoon, werkelijk mens en werkelijk God.” Omdat het Woord is vlees geworden, moeten we de wereld op een nieuwe manier gaan verstaan. Ignatiaanse spiritualiteit kan ons ertoe brengen ons af te vragen: hoe spreken wij eigenlijk van het werk van God? Tegenwoordig is men, ook in de kerk, sterk geneigd om met ontgoocheling naar de wereld te kijken. Een wereld die sneller dan ooit in beweging is. Een wereld die ons verbijstert en waarvan bepaalde kanten ons soms vreemd, ja zelfs vijandig en bedreigend voorkomen. En eerlijk gezegd: er is soms reden om ons zorgen te maken. Wat ziet men vaak, in welke richting men ook kijkt? Geweld in allerlei gedaanten, corruptie, tegenstellingen tussen het Noorden en het Zuiden, fundamentalisme en onverzoenlijkheid op godsdienstig gebied, aantasting van het milieu,… Hoe kunnen we opgewekt blijven en niet ten prooi vallen aan een pessimisme dat geleidelijk onze innerlijke dynamiek sloopt?
En toch… Met hoeveel vreugde lees ik het begin van Gaudium et spes: “De vreugde en de hoop, het verdriet en de angst van de mensen van vandaag, vooral van de armen en van hen die hoe ook te lijden hebben, zijn evenzeer de vreugde en de hoop, het verdriet en de angst van de leerlingen van Christus: er is werkelijk niets bij mensen te vinden dat geen weerklank vindt in hun hart.” God is werkzaam in deze wereld in de mate waarin wij daarmee instemmen; en zijn scheppingsarbeid wordt met ons voortgezet. In één woord, “niet alles is naar zijn mallemoer!” Omdat God zo betrokken is bij de schepping, moeten wij een positieve kijk hebben op het scheppingsgebeuren, waaraan Hij wil dat wij samen met zijn Zoon deelnemen. De ignatiaanse spiritualiteit leert ons geen angst te hebben voor de wereld, maar die te leren kennen, te begrijpen, lief te hebben en met een verwachtingsvolle blik te bezien, zoals Christus ieder van ons beziet.
Die blik waarmee Christus ons, de wereld, beziet is niet naïef of zoetelijk. Integendeel. En ook wij dienen een blik te hebben die scherp ziet, zonder naïviteit. We weten het maar al te goed: niet alles wat op aarde gebeurt is werk van God. Er is zoveel wat mensen ontluistert en de wereld misvormt. We moeten een juist standpunt innemen ten opzichte van de ons omringende werkelijkheid. Dat veronderstelt dat wij meevoelen met de verlangens van de mensen in onze tijd; daartoe is soms een breuk vereist, die soms met de moed van de Geest duidelijk gemaakt dient te worden.
Uittreksel uit de lezing die pater François Boëdec, hoofdredacteur van Croire Aujourd’hui, hield te La Pairelle (Wépion) op 30 september 2006.
uit: Lettre de la Pairelle, 1e trimester 2007
vertaling: Felix van Voorst tot Voorst S.J.
Bekijk alle artikelen van Cardorner